Het Europees Hof van Justitie heeft onlangs geoordeeld dat de zogenaamde ‚Rufbereitschaft‘, de oproepdienst, als werktijd moet worden beschouwd. De zaak waarover uitspraak werd gedaan was gebaseerd op het geval van een medewerker van de brandweer van een plaats in Duitsland, die oproepdienst had. “Hoewel hij zelf kon bepalen waar hij op dat moment verbleef, moest hij, indien nodig, binnen 20 minuten in staat van paraatheid aan de stadsgrens staan”, aldus Torsten Viebahn, Fachanwalt für Arbeitsrecht bij STRICK Rechtsanwälte & Steuerberater in Kleve (D).
Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat, indien er sprake is van aanzienlijke beperkingen van de vrije tijd, een dergelijke dienst volledig als werktijd kan worden beschouwd. Wel is dit afhankelijk van de omstandigheden van elk afzonderlijk geval. Hierbij zou van belang zijn: de beperking van de bewegingsvrijheid van de werknemer, de verplichting om speciale uitrusting bij zich te hebben, het beschikbaar zijn van een officieel dienstvoertuig, zo nodig met speciale rechten met betrekking tot de algemene verkeersregels (in dit geval: reddingsvoertuig met zwaailicht), een schatting van het aantal keren dat de brandweerman wordt opgeroepen, et cetera. De vaststelling van de relevante omstandigheden zou zaak zijn van de nationale rechtbanken.