Veel Nederlandse merken en winkels zetten noodgedwongen de stap over de grens, schrijft het Financieel Dagblad. Ze ondervinden te veel concurrentie van grote online warenhuizen zoals Amazon en Zalando. Het openen van een Duitse of Franse webshop moet deze bedrijven van de ondergang redden.
Terwijl internationale warenhuizen in Nederland steeds meer poot aan de grond krijgen, worden Nederlandse merken en winkels op eigen bodem weggedrukt. In het buitenland is nog een flinke slag te maken, blijkt uit gesprekken die het Het Financieele Dagblad voerde met enkele Nederlandse e-commerce ondernemers.
Duits kantoor met Duits personeel
Jeroen Leenders opende met enkele zakenpartners een webshop in Frankrijk en Duitsland voor automaterialen. Maar de kopers bleven weg. De reden? “We maakten een hele grote beginnersfout: we vertaalden alleen de website en duwden geld in de Duitse en Franse Google.” Maar zo simpel werkt het niet. “Het bleek dat Duitsers en Fransen het niet aandurfden om te bestellen bij een Nederlands bedrijf, en met onze slechte vertalingen vielen we vrij snel door de mand.” Het roer moest dus om. Leenders opende in het buitenland lokale kantoren met lokaal personeel. “Duitsers kregen daardoor een Duits adres te zien en een Duitser aan de telefoon. En toen liep het wel.”
“Do or die”
De zaken van Leenders liepen zo goed, dat andere Nederlandse bedrijven bij hem aanklopten voor advies. En zo ontstond in 2010 Salesupply, dat inmiddels zo’n 150 Nederlandse bedrijven helpt met de buitenlandse verkoop op zo’n 20 buitenlandse markten. Leenders schat dat zo’n 20% van de Nederlandse winkelbedrijven en merken serieus over de grens actief is. En dat moeten er volgens Leenders nog veel meer worden. Niet omdat Nederland te klein is, maar ook omdat Nederlandse bedrijven op internet elk moment kunnen worden weggedrukt door internationale webreuzen als Amazon, Zalando of het Chinese Aliexpress. “Het is do or die”, krijgt Leenders van zijn klanten te horen.
Lees (na gratis registratie) verder bij het Het Financieele Dagblad.