De INTERREG stuurgroep EUREGIO heeft recentelijk vergaderd over de goedkeuring van verschillende grensoverschrijdende projecten. Er werden 2 projecten goedgekeurd met de focus op de grensoverschrijdende acute zorg en nieuwe innovaties in de lasertechniek die ook in de gezondheidszorg kunnen worden toegepast. Er wordt in totaal ruim 300.000 euro geïnvesteerd in de projecten.
Toekomstgerichte spoedzorg
Levensbedreigende noodsituaties beperken zich niet tot landsgrenzen. Gezamenlijk met belangrijke spelers in de acute zorg in de grensgemeenten is de afgelopen jaren al veel op het gebied van grensoverschrijdende acute zorg bereikt. Zo werden in een vorig INTERREG-project ‘PREpare’ dat in 2018 eindigde, al verschillende casestudies opgezet om ervoor te zorgen dat patiënten, ondanks landsgrenzen, altijd op de juiste plek behandeld werden en dat personeel in noodsituaties onderling werden uitgewisseld. Toch bleken tijdens de COVID-19 crisis nieuwe uitdagingen in de grensoverschrijdende samenwerking te ontstaan. Daar wil het project op inhaken. Doel van dit project is daarom het verminderen van de barrièrewerking van de grens voor acute zorg en opgeschaalde zorg in de EUREGIO. De projectpartners Acute Zorg Euregio uit Enschede en de Stadt Bocholt (Feuerwehr- und Rettungsdienstakademie) willen in dit project een wettelijke verankering van grensoverschrijdende samenwerking bewerkstelligen. Dit moet gerealiseerd worden door het onderhouden en intensiveren van contacten met diverse politieke partners en koepelorganisaties aan weerszijden van de grens.
Zorg zonder grenzen
De stip aan de horizon is één acute zorgregio in de EUREGIO – zonder dat de grens nog een rol speelt. De focus zal hierbij liggen op het verder ontwikkelen van opleidingen in de ambulancezorg om personeel grensoverschrijdend in te kunnen zetten, zodat acute zorg zo snel mogelijk geleverd wordt. Daarnaast wordt een duurzame oefenagenda voor acute zorgpartners opgesteld. Deze moet waarborgen dat er structureel gezamenlijke oefeningen plaatsvinden ter voorbereiding op grootschalige rampen en incidenten. Voor deze plannen is er een budget van 134.130 euro beschikbaar.
Lasertechniek ter bestrijding van virussen
Binnen het inmiddels afgesloten INTERREG-project ‘Laserproductietechniek’ werden tijdens oppervlaktebehandelingen nuttige neveneffecten waargenomen. Er werd onder andere ontdekt dat met de toegepaste technologie oppervlakken gecreëerd kunnen worden die vergelijkbaar zijn met de oppervlakte van een lotusblad. De bladeren van deze plant maken een contacthoek van meer dan 150° met een waterdruppel, waardoor het water niet blijft plakken, maar de druppels er makkelijk afvallen. De waterdruppel neemt tegelijkertijd stof mee, waardoor de bladeren als het ware zelfreinigend zijn. Tot op zekere hoogte kan dit ook werken bij bacteriën of virussen. Als gevolg van de huidige pandemie heeft deze ontdekking extra belangstelling gekregen en zal dit vanuit technisch wetenschappelijk perspectief worden onderzocht door het Lasercentrum van de Fachhochschule Münster en het bedrijf ILT Fineworks BV uit Enschede vanuit de directe toepassing in de praktijk. Door deze Nederlands-Duitse samenwerking kan rekening worden gehouden met verschillende zienswijzen en kunnen problemen op meerdere manieren worden aangepakt.
Waterafstotende oppervlakken
In het project zal gezamenlijk gewerkt worden aan de doorontwikkeling van lasertechnieken die een neutraal, onbewerkt oppervlak sterk waterafstotend kunnen maken. De vochtwerende effecten die hierdoor ontstaan hebben invloed op hoe goed micro-organismen en virussen blijven plakken aan het oppervlak. Door middel van laserstraling kan de oppervlakte van verschillende materialen, zoals winkelkarren of deurgrepen, direct bewerkt worden zonder dat er een extra toplaag op het materiaal moet worden aangebracht. Hiermee kan de kans dat mensen via materialen in contact komen met bacteriën en virussen worden verkleind. Om het project uit te voeren hebben de partners een bedrag van 168.000 euro te besteden.
Met de twee projecten is een bedrag van ruim 300.000 euro gemoeid. Bijna de helft van de middelen wordt door de EU beschikbaar gesteld. Naast de subsidiëring vanuit de EU leveren de lokale projectpartners zelf ook een bijdrage en stellen de INTERREG-partners middelen beschikbaar. Tot deze co-financierende INTERREG-partners behoren aan Nederlandse zijde de provincies Gelderland en Overijssel en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, en aan Duitse zijde de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Door de goedkeuring van de INTERREG-stuurgroep is de financiering van de genoemde projecten tot midden 2022 gewaarborgd.