Kleine bouwbedrijven verkijken zich op de Duitse markt

Kleine bouwbedrijven verkijken zich op de Duitse markt

Kleine Nederlandse bouwbedrijven die zich laten verleiden tot lucratief ogende klussen in Duitsland, komen vaak van een koude kermis thuis. Dit blijkt uit onderzoek van het Financieele Dagblad. De bedrijven verdiepen zich te weinig in de lokale markt en raken hierdoor verstrikt in juridische touwtrekkerij of komen in de financiële problemen.

Grote bedrijven die bouwprojecten uitvoeren in Duitsland, zijn vaak door schade en schande wijs geworden en opereren via Duitse dochterbedrijven. Dit geldt bijvoorbeeld voor BAM. BAM werkt in Duitsland met een Duitse dochter, met een Duitse bedrijfsleiding en met Duits personeel. Maar kleine bouwbedrijven denken vaak te gemakkelijk over het aannemen van klussen in Duitsland. Ze lopen vaak tegen ingewikkelde regelgeving en strenge procedures aan.

Fout gaat het onder meer bij de aanleg van glasvezelkabels in Duitsland. Nederland heeft al veel ervaring met de aanleg van glasvezel, maar in Duitsland begint deze markt nu pas op gang te komen. Dat biedt veel kansen voor Nederlandse ondernemers die al ervaring hebben met het aanleggen van glasvezel. Deze bedrijven zijn vanwege hun kennis erg gewild in Duitsland. Maar tussen Duitse hoofdaannemers en Nederlandse onderaannemers gaat het nogal eens mis. Zo ook bij een klus in Solingen, waar het bedrijf Infra Technics Nederlandse onderaannemers voor inschakelde. Met onbetaalde rekeningen en juridische kwesties tot gevolg.

Volgens Axel Hagedorn, advocaat en hoogleraar Duits-Nederlandse rechtsbetrekkingen, zijn veel problemen waar Nederlandse ondernemers tegenaan lopen te wijten aan ‘diepliggende cultuurverschillen’. Hij vertelt aan het FD: “Mijn belangrijkste waarschuwing luidt heel simpel: pas op! De Nederlander denkt bijvoorbeeld dat als het persoonlijk goed klikt en de opdracht is vergeven, de rest vanzelf komt. Dient zich een verschil van mening aan dan zegt de Nederlander: komt wel goed en probeert het via overleg op te lossen. Zo werkt dat voor een Duitser niet.” Bovendien verslikken Nederlanders zich regelmatig in de regels en inschrijvingsprocedures die in Duitsland gelden, aldus Hagedorn. Het toezicht op de bouwplaats is in Duitsland bijvoorbeeld veel strenger.

Hagedorn vindt dat Nederlandse ondernemers meer ondersteuning zouden moeten krijgen als ze de grens oversteken. “Ik begrijp maar niet waarom Nederland niet meer inspanningen pleegt bedrijven in Duitsland bij te staan. We sturen de ene na de andere delegatie naar China, terwijl het geld vlak over de grens voor het oprapen ligt.”

Lees meer bij het Financieele Dagblad.

X