Lager Duits migratiesaldo in eerste pandemiejaar 2020

Lager Duits migratiesaldo in eerste pandemiejaar 2020

In 2020, het jaar dat wereldwijd de coronapandemie uitbrak, zijn 24 procent minder mensen vanuit het buitenland naar Duitsland verhuisd dan in 2019 het geval was. Daarnaast zijn 22 procent minder mensen uit Duitsland weggetrokken dan in het jaar daarvoor. Volgens het Duitse bureau voor de statistiek, Destatis, waren de veranderingen in de migratiepatronen vooral sterk bij jongvolwassenen tussen de 18 en 22 jaar: er kwamen 32 procent minder jongvolwassenen Duitsland binnen, en 28 procent minder jongvolwassenen verlieten Duitsland.

Aangezien het aantal immigranten sterker is gedaald dan het aantal emigranten, is ook het migratiesaldo (immigratie minus emigratie) in 2020 aanzienlijk gedaald. De netto-immigratie bedroeg in 2020 slechts ca. 220 000 personen, wat neerkomt op een daling van 33 procent ten opzichte van het voorgaande jaar: toen verhuisden nog ca. 327.000 mensen meer naar Duitsland dan er uit Duitsland vertrokken. Onder jongvolwassenen daalde de netto-immigratie zelfs met 40 procent: waar het in 2019 nog om 76.000 mensen uit deze leeftijdsgroep ging, waren dat er in 2020 nog slechts 46.000.

Netto-immigratie vanuit EU blijft stabiel

De netto-immigratie vanuit de lidstaten van de Europese Unie bleef met 110 000 personen in 2020 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2019: toen ging het om 107 000 personen. De tijdelijke grenssluitingen en reisbeperkingen, de gevolgen van de lockdowns en de onduidelijke toekomstperspectieven als gevolg van de coronapandemie hebben dus geen effect gehad op de netto-immigratie uit de EU.

Intergemeentelijke verhuizingen

Het migratiesaldo van intergemeentelijke verhuizingen binnen Duitsland daalde van ongeveer 3,9 miljoen in 2019 tot ongeveer 3,8 miljoen in 2020. Verschillen tussen jongvolwassenen en de rest van de bevolking waren zichtbaar in het aantal verhuizingen tussen stad en platteland. Onder jongvolwassenen daalde het aantal verhuizingen vanuit het platteland naar de stad met 14 procent, terwijl de daling voor andere leeftijdsgroepen slechts 10 procent bedroeg. In de omgekeerde richting, van stad naar platteland, verhuisden 5 procent minder jongvolwassenen. Onder de rest van de bevolking is het aantal verhuizingen van stad naar platteland daarentegen licht gestegen: met 1 procent.

X