Mercedes-Benz, Volkswagen, Audi, BMW en Porsche – de Duitse automobielindustrie werd lang beschouwd als aandrijfas van het ‘Wirtschafstwunder’, als motor van de Duitse economie. Tenminste zo lang de productie van verbrandingsmotoren niet ter discussie stond en de afzet in China de laatjes van de Duitse fabrikanten vulde. Inmiddels is de situatie in de auto-industrie flink verslechterd. De garantie ‘made in Germany’ blijkt niet langer in lijn te zijn met de marktverwachtingen. Een herstructurering is dringend geboden, maar met name Volkswagen laat zien, hoe een transformatie niet werkt, aldus de Rheinische Post.
De Duitse auto-industrie bevindt zich in een uiterst kritieke toestand. Het Europees verbod op verbrandingsmotoren en de voortvarendheid van China op het gebied van elektromobiliteit speelt Duitse fabrikanten parten. In Chinese fabrieken worden betaalbare kleine elektrische auto’s gebouwd, terwijl Duitse fabrikanten eerst een nachtje over e-mobiliteit hebben geslapen om vervolgens te kiezen voor dure auto’s met overheidssubsidies.
Net als de auto-industrie in Frankrijk en Italië hebben Duitse fabrikanten te kampen met overcapaciteit en arbeidskosten die te hoog zijn om competitief te kunnen blijven. De fabriek van Volkswagen in Wolfsburg bereikte tegen 2023 nauwelijks een bezettingsgraad van 61 procent, de fabriek in Dresden nauwelijks 30 procent. De cijfers van Mercedes zijn nauwelijks beter, met het complex in Sindelfingen dat op 44 procent van de capaciteit draait. Audi heeft de sluiting van zijn fabriek in Brussel aangekondigd, die slechts 80.000 Q8-modellen produceerde, en er wordt gevreesd voor andere tijdelijke of permanente sluitingen.
Verkeerd signaal als antwoord op crisis
Mercedes wil nu uit de crisis komen met nieuwe modellen en besparingen. Volkswagen geeft na een lange machtsstrijd met vakbond IG Metall duidelijkheid: duizenden banen moeten worden geschrapt, maar op een sociaal verantwoorde manier. De voorwaarden die Volkswagen zijn werknemers biedt zijn zo genereus dat het besparingseffect ervan mager zal zijn. Het bedrijf stuurt namelijk 57-jarige, goed opgeleide werknemers met deeltijdverlof. Dit is het verkeerde signaal in tijden van een personeelstekorten en een pensioenleeftijd van 67. Volkswagen laat hierdoor zien hoe een transformatie niet werkt. In elk ander bedrijf zou er een akkoord worden bereikt over ontslagen, een sociaal plan en eerlijke deadlines. Bij Volkswagen verhindert een onzalige alliantie tussen de deelstaat Nedersaksen en de vakbond IG Metall in de Raad van Commissarissen herhaaldelijk een herstructurering die zou passen bij een crisis als deze.