De Duitsers dromen van een eigen huis. Volgens een huidig onderzoek van onderzoeksbureau Civey in opdracht van SPIEGEL ONLINE zou bijna 84 procent van de ondervraagden liever in een eigen huis wonen dan het huren. Dit geldt ook voor degenen die al in een koophuis wonen en geen spijt hebben van de aankoopbeslissing.
Maar deze droom is nog ver verwijderd van de werkelijkheid. In de hele EU is het percentage eigen huisbezitters van oudsher het laagst in Duitsland. In Duitsland woont slechts één op de twee mensen in een eigen woning of huis, in Nederland gold dit in 2017 voor 56 procent van de inwoners.
Het is op dit moment niet eenvoudig om een eigen huis te vinden: dat geldt vooral voor veel grote steden. De lage rente heeft de afgelopen jaren gezorgd voor een flinke vastgoedhausse. In metropolen als München of Berlijn is de markt voor koophuizen en -woningen zo goed als leeg. En met de groeiende vraag zijn ook de koopprijzen aanzienlijk gestegen. Volgens het onderzoeksinstituut Empirica bedroeg de stijging tussen 2009 en 2017 in heel Duitsland 61 procent. Berlijn en München kenden in dezelfde periode een stijging van circa 140 procent.
Hoeveel mensen er ook dromen van een eigen huis, veel minder mensen zijn ook daadwerkelijk van plan om een huis te kopen. Volgens het onderzoek van Civey, beantwoordde ruim 16 procent de vraag of zij de komende vijf jaar een flat of een huis willen kopen met ‚ja, zeker‘ of ‚waarschijnlijk wel‘ Voor meer dan de helft is dat echter uitgesloten.
In verhouding tot de totale bevolking is 16 procent toch relatief veel. Er deden immers ook respondenten mee die al een eigen huis hadden of gewoon te oud waren en voor wie de koop van een huis zich niet meer loont.
Hoe groot de koopbereidheid bij de betreffende doelgroep is, blijkt uit de evaluatie per leeftijdscategorie. In de groep 30- tot 39-jarigen bijvoorbeeld geeft een op de drie respondenten aan de komende vijf jaar ‚in ieder geval‘ of ‚waarschijnlijk‘ een eigen huis te willen kopen. Daarbij komen nog de mensen die al een huis hebben gekocht of geërfd. Dat zijn zeker tekenen van een vastgoedhausse.
De Duitsers zijn zich er terdege van bewust dat de prijzen in veel plaatsen zeer hoog zijn. De waarschuwingen over een speculatieve zeepbel op de vastgoedmarkt zijn in de hoofden van de mensen terechtgekomen. Volgens de uitkomsten van de Civey-enquête vindt meer dan 70 procent van de Duitsers de vastgoedprijzen te hoog, vooral in gebieden met een hoge of zeer hoge bevolkingsdichtheid (grote steden). In gebieden met een zeer lage bevolkingsdichtheid (d.w.z. op het platteland) vindt bijna 45 procent de prijzen te hoog.
En de respondenten gaan ervan uit dat de hausse zal aanhouden. In totaal verwacht 76,5 procent dat de prijzen de komende vijf jaar licht of sterk zullen stijgen. In zeer dichtbevolkte gebieden is de situatie nog duidelijker: maar liefst 86 procent verwacht dat de prijzen zullen stijgen, en 56 procent verwacht zelfs een sterke stijging.
De huurprijzen, die op veel plaatsen stijgen, zijn ook een bron van zorg voor de burgers. Alleen al in het afgelopen jaar werden huurappartementen in het hele land gemiddeld 4,3 procent duurder. In Berlijn bedroeg de stijging 8,4 procent. En dit ondanks het feit dat politici al maximale huurprijzen hebben ingevoerd om stijgingen op bijzonder krappe vastgoedmarkten een halt toe te roepen. Omdat dit instrument echter nog niet naar behoren heeft gewerkt en verhuurders te veel mazen in de wet hebben gevonden, wil minister van Justitie Katarina Barley de situatie met een nieuw wetsontwerp verbeteren.
Voor de meeste Duitsers heeft de politiek in elk geval nog niet genoeg ingegrepen. Volgens het onderzoek van Civey eist 71,5 procent dat de staat meer doet om de stijgende huurprijzen af te remmen.
Lees hier het artikel op Spiegel Online