Binnen de Europese Unie bestaan er grote verschillen tussen landen wat betreft het huizenbezit. In Nederland wonen opvallend meer mensen in een eigen woning dan in Duitsland het geval is. Dat blijkt uit een onderzoek van het Duitse databureau Statista.
In Nederland bezit 69,4 procent van de bevolking een eigen woning. Bij onze oosterburen geldt dat voor slechts 51,4 procent. Daarmee zijn de Duitsers ook direct het volk met het laagste percentage eigen woningen. Absolute koploper is Roemenië, waar 96,8 procent van de bevolking in een koophuis woont.
Hypotheek
Het onderzoek laat ook zien in hoeverre de eigen woning in de verschillende Europese landen door een hypotheek gefinancierd wordt. Ook hier zijn grote verschillen tussen Nederland en Duitsland te zien: waar in Duitsland op bijna de helft van de koophuizen een hypotheek rust, geldt dat in Nederland voor zo’n 90 procent.
Waar ligt dat aan? In Nederland zijn de hypotheekvoorwaarden erg ruim: huizenbezitters kunnen tot 100 procent van de waarde van hun huis lenen. In Duitsland geldt dat voor slechts 80 procent. Daardoor moet een veel groter deel van het huis met eigen spaargeld gefinancierd worden. Hierdoor heeft een kleiner deel van de bevolking toegang tot de kopersmarkt. Bovendien bevoordeelt het Duitse belastingregime huizenbezitters niet ten opzichte van huurders, wat in Nederland wel gebeurt. Tot slot zijn er in Duitsland relatief veel betaalbare en kwalitatief hoogstaande huurwoningen.