Kategorien News

Aantal thuiswonende Duitse jongeren daalt

Het aantal Duitse 25-jarigen dat nog thuis woont is de afgelopen decennia licht gedaald. Dit blijkt uit een terugkerend onderzoek van Destatis, het Duitse bureau voor de statistiek. In 2023 woonde 28 procent van de Duitse 25-jarigen bij hun ouders, waar dat in 2000 nog 30 procent was. Wel schommelt de leeftijd waarop Duitsers het huis uitgaan de laatste jaren licht: vorig jaar was de gemiddelde leeftijd 23,9 jaar, in 2019 nog 23,7 jaar.

Ter vergelijking: in Nederland waren jongeren in 2023 gemiddeld 23,2 jaar oud toen ze het huis verlieten. In vergelijking met andere Europese landen scoren Nederland en Duitsland hiermee lager dan het Europese gemiddelde. In Scandinavië gaan jongeren gemiddeld eerder het huis uit (tussen de 21,4 en 21,8 jaar), terwijl in sommige Zuid- en Oost-Europese landen de gemiddelde leeftijd waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten rond de 30 jaar ligt.

Mannen wonen langer thuis

Uit het onderzoek werd ook duidelijk dat Duitse vrouwen eerder het ouderlijk huis verlaten dan Duitse mannen. Op hun 25e woonde in 2023 nog 33 procent van de mannen thuis, terwijl dit voor slechts 21 procent van de Duitse vrouwelijke 25-jarigen gold. Ook op latere leeftijd blijft dit verschil bestaan. Onder de 30-jarige mannen woonde in 2023 nog 13 procent thuis; onder de 30-jarige vrouwen gold dit voor zo’n zes procent. Zodra de veertig is bereikt, woonde nog 5 procent van de Duitse mannen thuis en 2 procent van de vrouwen.

Dat vrouwen eerder op zichzelf gaan wonen dan mannen is overigens in alle Europese landen het geval, met uitzondering van Malta.

Verschil stad en platteland

Uit het onderzoek van 2020 bleek bovendien dat er ook regionale verschillen en verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden bestaan. In de grote steden verlaten bijvoorbeeld meer kinderen rond de 20 à 25 jaar het ouderlijk nest dan op het platteland het geval is. In de relatief landelijke deelstaat Nedersaksen woonde in 2019 bijvoorbeeld nog bijna de helft van de 20- tot 25-jarigen thuis; in het aangrenzende Hamburg was dit 32 procent. Ook in het oosten van het land was dit verschil zichtbaar: in de landelijke deelstaat Brandenburg woonde in 2019 nog 47 procent van de 20- tot 25-jarigen thuis; in Berlijn bedroeg dit percentage 36 procent.