In het eerste halfjaar van 2021 is de waarde van de uitvoer van diensten naar Duitsland met 7 procent gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat blijkt uit de meest recente, voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De terugval in reisverkeer is hiervan de belangrijkste reden. De exportwaarde bedroeg in de eerste zes maanden van dit jaar 11,1 miljard euro.
Door de exportdaling en een lichte stijging van de exportwaarde van diensten naar het Verenigd Koninkrijk, was niet Duitsland maar het Verenigd Koninkrijk in het eerste halfjaar de belangrijkste afnemer van diensten. De totale dienstenexport bedroeg in het eerste halfjaar van 2021 91,6 miljard euro. Circa 12,2 procent daarvan ging naar Duitsland. De dienstenexport werd vooral geraakt in het eerste kwartaal: toen exporteerde Nederland 16 procent minder diensten dan in de eerste drie maanden van dat jaar. In het tweede kwartaal wist de export zich te herstellen en was bijna 5 procent hoger dan in 2020.
Minder reisverkeer verantwoordelijk voor lagere export
De hoofdoorzaak voor de daling van de dienstenexport is de terugloop van het grensoverschrijdende reisverkeer. Daardoor gaven Duitse toeristen en zakenreizigers ruim 917 miljoen euro minder aan diensten en goederen uit tijdens hun verblijf in of bezoek aan Nederland. Met een aandeel van 35 procent was Duitsland ook in het eerste halfjaar van 2021 het belangrijkste land voor de export van reisverkeer. Nederland exporteerde in die periode wel meer vervoersdiensten, telecommunicatie, computer- en informatiediensten alsmede financiële diensten naar de oosterburen.