Duitsland verlaagt drempels voor geschoolde arbeidskrachten uit niet-EU-landen

Nicki Welchering. Foto (c) ALPMANN FRÖHLICH

Een schrijnend tekort aan geschoold en vakbekwaam personeel in tal van bedrijven baart economen en beleidsmakers in Duitsland in toenemende mate zorgen. De economie van de ‘Exportweltmeister’ kwakkelt, niet alleen in de Duitse kernsectoren machinebouw, chemische industrie en automotive. Crises zoals de coronapandemie, de oorlog in Oekraïne of het conflict in Israël en de Gazastrook vormen slechts een gedeeltelijke verklaring. “Het is gewoon te wijten aan het feit dat er in Duitsland te weinig wordt gewerkt en het bruto binnenlandsproduct alsmaar krimpt”, verklaarde de Duitse econoom Ulrike Malmendier onlangs in een interview met Der Spiegel. “Het is daarom voor Duitsland van het grootste belang om vakbekwame en hoogopgeleide mensen naar ons land te halen om al dat werk gedaan te krijgen.” Hoe wetgeving hieromtrent in haar werk gaat, licht Nicki Welchering, ‘Rechtsanwalt’ bij ALPMANN FRÖHLICH Rechtsanwaltsgesellschaft mbH in Münster, toe in dit blog.

Dat de noodzaak tot het naar Duitsland halen van buitenlandse vakkrachten ook door de Duitse regering wordt onderkend, blijkt uit het feit dat afgelopen zomer de wet op de immigratie van geschoolde en hoogopgeleide arbeidskrachten (‘Fachkräfte-Einwanderungsgesetz’) door het parlement werd aangenomen. “Deze wet maakt het aspiranten uit niet-EU-landen eenvoudiger om in Duitsland te komen werken”, legt Welchering uit. De wet regelt onder andere de vereisten voor de immigratie van geschoolde arbeidskrachten, de erkenning van buitenlandse kwalificaties en de rechten en plichten van immigranten. Het doel is om het tekort aan geschoolde arbeidskrachten in Duitsland te bestrijden en het concurrentievermogen van het land te versterken.

Beperkingen opgeheven

Sinds november 2023 gelden er nieuwe regels voor verblijfsvergunningen voor geschoolde werknemers met een beroepsopleiding en geschoolde werknemers met academische kwalificaties. Vanaf 1 maart 2024 wordt de wet verder aangepast. “Sinds november 2023 heb je als niet-EU-buitenlander recht op een verblijfsvergunning als aan alle voorwaarden is voldaan. De beperking dat je alleen mag werken op basis van de kwalificatie die je hebt behaald met de beroepskwalificatie is opgeheven”, licht Welchering toe. “Dit betekent dat mensen met een gekwalificeerde beroepskwalificatie of een universitair diploma bij het zoeken naar een baan zich niet hoeven te beperken tot banen die verband houden met deze opleiding.” Er zijn uitzonderingen voor gereglementeerde beroepen.

Daarnaast is de goedkeuringsprocedure voor de tewerkstelling van beroepschauffeurs uit niet-EU-landen vereenvoudigd. De regering voert ook zogenaamde erkenningspartnerschappen in, maakt een einde aan de regeling voor landen als Servië, Kosovo, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Noord-Macedonië en Albanië en stelt de arbeidsmarkt open voor buitenlandse verpleegassistenten.

Erkenning van diploma’s

Met ingang van 1 maart 2024 kunnen personen met praktische beroepservaring Duitsland binnenkomen voor een baan in alle niet-gereglementeerde beroepen. Voorwaarde is een gekwalificeerd beroeps- of universitair diploma dat erkend is in het land van opleiding en minstens twee jaar ervaring in het gewenste beroep. Onder bepaalde omstandigheden is een kwalificatie van een Duitse Kamer van Koophandel in het buitenland voldoende, mits deze aan de vereisten voldoet.

Voor professionals met gespecialiseerde IT-kennis is formele erkenning van beroepskwalificaties niet vereist; zij hoeven geen bewijs van talenkennis meer te overleggen. De prioriteitscontrole zal niet langer van toepassing zijn op visa voor duale opleidingsprogramma’s. De leeftijdsgrens voor een visum om een opleidingsplaats te zoeken wordt verhoogd naar 35 jaar en het vereiste taalniveau wordt verlaagd naar B1. De arbeidsmogelijkheden voor stagiairs/studenten worden uitgebreid. In de toekomst zullen zij in deeltijd kunnen werken voor maximaal 20 uur per week, met inbegrip van voorbereidende studieprogramma’s en perioden die worden besteed aan het zoeken naar een opleidings- of studieplaats.

Verblijfsvergunning en gezinshereniging vereenvoudigd

Door het nieuwe erkenningspartnerschap kunnen mensen uit niet-EU-landen de volledige erkenningsprocedure in Duitsland doorlopen. Werknemers in opleiding en werkgevers verplichten zich ertoe om na binnenkomst in het land de erkenning aan te vragen en de procedure actief voort te zetten, inclusief opleiding. Het verblijf is mogelijk voor één jaar en kan worden verlengd tot maximaal drie jaar. Als tijdens de erkenningsprocedure een kwalificatieanalyse wordt voorgesteld, kan de aspirant-arbeidskracht hiervoor het land binnenkomen en maximaal zes maanden blijven. Als hij deelneemt aan een aanpassingsstage, mag hij het land binnenkomen voor beroepserkenning. De maximale verblijfsduur is 3 jaar en deeltijdwerk van maximaal 20 uur per week is toegestaan. Personen mogen het land binnenkomen ongeacht hun kwalificatie voor kortdurende tewerkstelling of seizoensarbeid (in overeenstemming met de tewerkstellingsverordening). Het werk is beperkt tot maximaal acht maanden binnen een periode van twaalf maanden; een vergunning van het federale arbeidsbureau is vereist.

Bij gezinshereniging is het bewijs van voldoende woonruimte en formele kennis van het Duits niet langer vereist. Naast hun echtgeno(o)t(e) kunnen geschoolde werknemers ook hun ouders en schoonouders laten overkomen als ze voor het eerst een verblijfsvergunning krijgen op of na 1 maart 2024. In juni van dit jaar volgt een nieuwe aanpassing.