De euregio rijn-maas-noord werd in 1978 als vrijwillige werkgroep in het Duits-Nederlandse grensgebied tussen Rijn en Maas opgericht en blikt dit jaar terug op 40 jaar grensoverschrijdende samenwerking. De regio omvat een gebied met meer dan 2,4 miljoen inwoners, 1,4 miljoen banen en meer dan 100.000 bedrijven. Met een oppervlakte van ongeveer 3.400 vierkante kilometers is de euregio rijn-maas-noord een van de meest dichtbevolkte regio´s aan de Duits-Nederlandse grens. Directeur Andy Dritty geeft zijn visie op het verleden en de toekomst van de euregio rijn-maas-noord.
De euregio rijn-maas-noord viert haar 40-jarig bestaan. Waarom heeft de regio dit samenwerkingsverband tegenwoordig nog nodig?
De euregio staat voor de Europese gedachte. In onze organisatie werken Duitsers en Nederlanders collegiaal samen aan grensoverschrijdende projecten. Door samenwerking tussen de twee buurlanden is het enerzijds mogelijk om via innovatie en economische ontwikkeling de regio te versterken, anderzijds worden ook onderling contacten geïntensiveerd. Wij zorgen voor succesvolle samenwerking.
Groeit de interesse voor Duits-Nederlandse samenwerking?
Zeer zeker. Er kan duidelijk geconstateerd worden dat grensoverschrijdende projecten in een tijdperk van globalisering steeds belangrijker worden. Veel ondernemers pakken de kansen die het buurland hun biedt. Drempelvrees bestaat al een tijdje niet meer, ook al zijn er nog grote verschillen op het gebied van wet- en regelgeving. De euregio geeft bedrijven een steuntje in de rug en legt uit op welke manier je in het buurland voet aan de grond krijgt.
Hoe gaat het verder? Welke belangrijke doelstellingen worden in het komende decennium nagestreefd?
We willen nog intensiever de dialoog voeren met vertegenwoordigers van gemeenten en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Verder blijven we werken aan uitbreiding van ons netwerk dat bestaat uit ondernemers en onderzoekers. Ook willen we de belangrijke sectoren binnen de euregio nog beter benutten, zoals de agrobusiness en logistieke sector. Diverse studies hebben aangetoond dat de regio een belangrijke ‚logistieke hot-spot‘ is. Natuurlijk vergeten we de maakindustrie niet. Diverse INTERREG-projecten hebben bewezen dat de regionale industrie in samenwerking met de hogescholen en kennisinstellingen nieuwe ontwikkelingen kunnen aanjagen. De euregio verbindt capaciteiten, zodat we de regio nog beter kunnen positioneren in een sterk Europa.