Te vaak richt grensoverschrijdende samenwerking zich op zaken die buiten de invloedssfeer van de regio liggen. Herman Idema, directeur-bestuurder van Ondernemend Emmen, noemt als voorbeeld de poging om het werken over de grens te bevorderen. Wetgeving en regelingen bemoeilijken dat. “Uiteindelijk is daar besluitvorming voor nodig in Berlijn of Den Haag. Daar hebben ze echter minder met de regio. Nedersaksen en Zuidoost-Drenthe liggen in de periferie”, aldus Idema. “Je kunt beter energie steken in kansrijke samenwerking die ondernemers direct profijt oplevert.”
Het symposium ‚Versterken van grensoverschrijdende samenwerking in onderzoek, ontwikkeling en onderwijs‘, dat het Rijnland Instituut op 28 april 2022 organiseert om vruchtbare ideeën voor grensoverschrijdende initiatieven op deze gebieden op te halen, kan voor ondernemers als eyeopener fungeren. Het Rijnland Instituut is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband tussen hogescholen aan beide zijden van de grens ter bevordering van de regionale ontwikkeling in het noorden van Nederland en noordwest-Duitsland. Het netwerk stimuleert de arbeidsmarktrelevante beroepsopleiding in de euregio en levert hierdoor een bijdrage aan het beginsel van grensoverschrijdend wonen, werken en studeren.
„Das Beste von beiden Seiten” is de lijfspreuk die volgens Idema goed aansluit bij de typische ondernemerseigenschap om niet aan een dood paard te gaan trekken, maar kansen en bedrijfsverbetering te zoeken. “Ondernemers maken zich niet druk over zaken die toch niet gaan lukken of teveel energie vergen zonder dat het iets oplevert”, stelt hij. Terwijl er, naar zijn mening, genoeg zaken zijn die ondernemers, onderwijs en regionale overheden kunnen oppakken die de sociaaleconomische positie snel verbeteren.
Verschillen in aanpak scherper in beeld krijgen
De directeur-bestuurder schuwt het niet om bij zijn pleidooi voor euregionale initiatieven voor zijn eigen troepen uit te lopen. “Ondernemers laten zich toch vooral leiden door de waan van de dag. Soms moet je hen een stip op de horizon bieden, een route waar we heen moeten op de langere termijn.” Daar levert het symposium volgens hem een bijdrage aan. Het lijkt hem raadzaam de verschillen in aanpak, bedrijfsvoering, technische knowhow en infrastructuur scherper in beeld te krijgen. Dat kan alleen door bij elkaar in de keuken te kijken. “Waar loopt de Nederlandse grensstreek in voor, en waar de Duitse. Die kennis moet je met elkaar delen”, vindt Idema.
Het Rijnland Instituut focust zich op kennisontwikkeling en -uitwisseling op het gebied van energie, techniek, digitalisering, automatisering en verduurzaming. “Als we daar met elkaar slimmer mee omgaan kunnen we de productiviteit verbeteren. Dat ziet de ondernemer direct terug in zijn resultaten.” Feit is dat uit onderzoek blijkt dat juist in de Drentse grensregio de productiviteit gekoppeld aan bedrijfsgroei achteruit boert. Dat ligt enerzijds aan het opleidingsniveau, maar ook aan de bedrijven die zich nog niet bezighouden met export, met name richting Duitsland. Het zogenaamde onbenutte exportpotentieel. “De economische groei is eruit. Het is zonneklaar dat als we vanuit Nederland weer meer naar Duitsland exporteren het beter gaat”, constateert Idema.
Productie uit China terughalen
In zijn optiek hoeft die samenwerking niet zo ingewikkeld te zijn. “Kijk gewoon welke activiteiten je gezamenlijk kunt ondernemen, activiteiten die erop zijn gericht om bijvoorbeeld productie uit China terug te halen. Voor Duitsland, maar zeker voor Nederland geldt dat we daar veel te afhankelijk van zijn geworden. Dat bleek wel tijdens de coronapandemie en toen er in het Suezkanaal een containervrachtschip overdwars kwam te liggen die de boel blokkeerde. Daar is iedereen wekenlang vreselijk zenuwachtig van geworden. Het is hoogste tijd daar verandering in te brengen.”
Idema somt een paar concrete mogelijkheden op, zoals gezamenlijke cloud-engineering, Nederlands-Duitse bedrijven die samenwerken in de productie van machines en gezamenlijke inkoop van technische ontwikkeling. “Zet de deur maar open. Een groter inkoopcollectief en in- en uitleen van diensten, specialisten en producten levert alleen maar voordeel op.” Nederland is een stuk verder op het terrein van digitalisering, terwijl de machinebouw in Duitsland hoger staat aangeschreven. “In de regio hebben we allemaal hetzelfde DNA, niet lullen maar poetsen. We zijn doeners. Op het gebied van biobased materiaal zijn we in Emmen al behoorlijk ver, dat kunnen we uitbouwen tot belangrijk exportproduct.”
Van uitwisseling kun je leren
Het gezamenlijk belang dat het met bedrijven en inwoners in de Nederlands-Duitse grensstreek goed gaat, moet bedrijven, onderwijs en overheden tot elkaar brengen. “Bestuurders hoeven echt niet met z’n allen zo nodig naar China of andere exotische landen te vliegen om daar onze producten te laten maken. In de grensregio gebeurt heel veel. Er liggen legio groeimogelijkheden.” De volgens Idema noodzakelijke verdubbeling van de E233 tussen Hoogeveen en Cloppenburg is zo’n voorbeeld waar Duits-Nederlandse samenwerking dringend is gewenst. Betere transportmogelijkheden verkleinen de afhankelijkheid van goederen die in verre landen worden geproduceerd, zo is zijn gedachte. “Daar hebben we allemaal belang bij.”
Het zou in zijn optiek mooi zijn als het Rijnland Instituut de data en kennisinformatie aan beide zijden van de grens verzamelt en toegankelijk maakt voor alle betrokkenen. “Daarmee gebeurt op dit moment te weinig’, meent Idema. ‘We weten te weinig van elkaar. Dat moet beter.” Daarvoor zullen bedrijven en organisaties informatie moeten delen. Het initiatief van het Rijnland Instituut om een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van binationale curricula, juicht hij toe. “Je kunt dan toewerken naar zorgopleidingen waarbij Duitse verpleegkundigen in Nederland komen werken en omgekeerd.” Van uitwisseling kun je leren.
Vanwege de aangescherpte coronamaatregelen/-adviezen heeft het Rijnland Instituut helaas moeten besluiten om het symposium ‚Versterken van grensoverschrijdende samenwerking in onderzoek, ontwikkeling en onderwijs‘ te verplaatsen. Het zal nu plaatsvinden op donderdag 28 april 2022 van 12.45 uur tot 17.30 uur bij Hotel Van der Valk aan de Verlengde Herendijk 50 in Emmen. Nadere informatie volgt.