Hippisch recht bestaat niet (blog)

Hippisch recht bestaat niet (blog)

“Mensen met paarden hebben hemel op aarde, maar wanneer ze komen te sterven valt er geen cent te erven” is een veelgebruikt gezegde bij liefhebbers van de paardensport. Het gezegde klopt ook. Zowel in Nederland als in Duitsland wordt de paardensport door velen beoefend, zowel op recreatief niveau als in de wedstrijdsport. Het houden en verzorgen van paarden is echter een kostbare hobby.

Het voorgaande kan ik u ook uit eigen ervaring bevestigen. Naast mijn werkzaamheden als Nederlandse advocaat en Duits Rechtsanwalt beoefen ik de springsport op internationaal niveau (onlangs nog deelgenomen aan de Sunshine Tour in Spanje), terwijl mijn vrouw met twee paarden deelneemt aan dressuurwedstrijden.

Beroepsmatig adviseer ik hoofdzakelijk over het ondernemingsrecht en het vastgoedrecht, maar regelmatig geef ik ook advies over zaken, waarbij paarden betrokken zijn. In de advocatuur zijn er meer advocaten die zich op de hippische branche hebben gespecialiseerd en deze specialisatie wordt vaak aangeduid als ‘hippisch recht’. Weliswaar is deze term gebruikelijk geworden, maar zowel de wetgever in Nederland als ook in Duitsland ziet het paard nog steeds als een roerende zaak en als een “voertuig” in het verkeer. In het Burgerlijk Wetboek zult u tevergeefs zoeken naar het hoofdstuk “hippisch recht”.

Een ander gevleugeld spreekwoord luidt: “Wie gaat rechten om paard of koe, legt er een op toe”. De ervaring leert dat het gezegde vaak klopt. Toch kan het voor de koper van een pony of paard die hobbymatig de paardensport beoefent, van belang zijn wel te procederen. Het Nederlandse en het Duitse consumentenrecht is namelijk op dergelijke overeenkomst van toepassing. Dit consumentenrecht dient ter bescherming van consumenten berust en berust op een EG-richtlijn.

Het consumentenrecht bepaalt onder andere dat de gekochte zaak de eigenschappen dient te hebben, die de consument redelijkerwijs mocht verwachten. Treedt binnen zes maanden na levering van de zaak een gebrek op, dan wordt vermoed dat het gebrek ten tijde van de levering van de zaak reeds aanwezig was. Wordt een pony of paard binnen zes maanden na de levering dus ziek of kreupel, dan dient de professionele verkoper te bewijzen dat het gebrek (de ziekte of de oorzaak van de kreupelheid) ten tijde van de levering nog niet aanwezig was. In veel gevallen is dat onmogelijk en heeft de koper het recht het paard terug te geven en terugbetaling van de koopsom te verlangen.

De rechter kan de professionele verkoper daartoe veroordelen, indien hij niet vrijwillig meewerkt. De proceskosten verschillen in Nederland en Duitsland over het algemeen aanzienlijk. Nederlandse advocaten berekenen een honorarium op basis van de aan de zaak te bestede tijd. Veel Duitse advocaten zijn echter bereid een vast honorarium in rekening te brengen, waarvan de hoogte wordt bepaald door het belang van de zaak (‘Streitwert’). In dat geval is het irrelevant, hoeveel tijd de Duitse advocaat aan de zaak besteedt. Het laatste is voor de koper van een “goedkoop” paard in het bijzonder van belang. In Nederland is het honorarium van de advocaat uiteindelijk vaak hoger dan de koopprijs voor de pony of het paard. Vandaar het gezegde “wie gaat rechten om paard of koe, legt er een op toe”.

Mr. Dr. Paul Bavelaar LL.M
Mr. Dr. Paul Bavelaar LL.M

 

Over de auteur

In juni 1993 werd Mr. Dr. Paul Bavelaar LL.M beëdigd als Nederlandse advocaat en in 1996 als Duitse advocaat (Rechtsanwalt). In maart 2012 richtte hij het advocatenkantoor Bavelaar & Bavelaar Advocaten Rechtsanwälte op. Door zijn dubbele toelating kan Paul cliënten in het kader van gerechtelijke procedures zowel in Nederland als in Duitsland vertegenwoordigen.

X