Het percentage deeltijdwerkers aan weerszijden van de Nederlands-Duitse grens verschilt aanzienlijk. In de Nederlandse grensregio’s was het aandeel in 2016 bijna tweemaal zo hoog als aan de andere kant van de grens. Dit blijkt uit een onderzoek waarbij het CBS heeft samengewerkt met IT.NRW en LSN, de statistiekbureaus van de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen.
Verschillen nationale regio’s klein
De verschillen tussen nationale grensregio’s waren relatief klein. Aan de Nederlandse grens varieerde in 2016 het aandeel werknemers van 15 tot 65 jaar die in deeltijd werkten van 51 procent in COROP-regio Delfzijl tot 58 procent in Zuidoost Drenthe. Aan de Duitse grens had Kreis Düren met 24 procent het laagste en Kreis Steinfurt met 31 procent het hoogste aandeel deeltijdwerkers.
Europees samenwerkingsproject
De cijfers zijn samengesteld in het kader van een Europees samenwerkingsproject tussen het CBS, IT.NRW en LSN, de statistiekbureaus van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Als bron is de EU Labour Force Survey gebruikt, voor Nederland is dat de Enquête beroepsbevolking en voor Duitsland de Mikrozensus.