Een energiehub maakt het mogelijk om opgewekte elektriciteit op zee te verzamelen, deze om te zetten naar bijvoorbeeld waterstof en te coördineren waar de energie naartoe moet gaan. De verklaring staat ook in het teken van nauwe samenwerking om goedkeuringsprocessen sneller te doorlopen en meer steun vanuit de Europese Unie voor windenergie op zee te realiseren. Denemarken en Nederland tekenden daarnaast ook een verklaring over een te onderzoeken elektriciteits- en waterstofverbinding tussen het Deense energie-eiland en een toekomstige Nederlandse energiehub op zee.
„De samenwerking tussen de vier Noordzee-buurlanden is belangrijk voor ons – én Europa – om meer groene energie te produceren en minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen“, aldus minister Jetten. „Met de 150 gigawatt aan windenergie kunnen meer dan 200 miljoen Europese huishoudens voorzien worden van groene stroom. De vier landen bevinden zich in de unieke positie om gebruik te kunnen maken van dat wat de Noordzee biedt: veel windkracht en een ondiepe zeebodem. Het verbinden van de energiehubs en het delen van kennis en middelen helpen ons de gezamenlijke klimaat- en energiedoelstellingen te bereiken, en ik kijk ernaar uit om dit samen verder te ontwikkelen.“
Het kabinet heeft recent aangekondigd dat de totale geplande capaciteit voor windenergie op zee in Nederland wordt verdubbeld tot ongeveer 21 gigawatt rond 2030. Voor het einde van dit jaar stuurt Jetten een Kamerbrief met de ambitie voor de productie van windenergie op zee tot 2050.
Lees hier de North Sea Summit-verklaring tussen de staatshoofden. Hier is de North Sea Summit-verklaring tussen de energieministers te vinden.