De door het coronavirus veroorzaakte neerwaartse trend in de handel tussen Nederland en Duitsland heeft zich in mei voorlopig gestabiliseerd. Dat blijkt uit cijfers van het Duitse Statistische Bundesamt Destatis. De Nederlands-Duitse handel heeft in mei haar aprilwaarde behouden en is niet verder gedaald: het handelsvolume bedroeg 12,6 miljard euro, net als in april van dit jaar. Dat meldt de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK).
„De in mei ingevoerde versoepelingen van de lockdown lijken effect te hebben“, zegt Günter Gülker, directeur van de DNHK in Den Haag, met het oog op het huidige jaar. „Desondanks is de economische schade die door het coronavirus wordt veroorzaakt natuurlijk enorm.“
Goede start van het jaar voorkwam sterke daling
Nederland en Duitsland hebben in de eerste vijf maanden van 2020 bijna 72 miljard euro omgezet. Dat is 11,7 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. „De goede handelsprestaties tot aan de coronacrisis hebben voorkomen dat de min nog hoger uitviel“, legt Gülker uit.
In vergelijking met andere belangrijke Europese handelspartners bevinden Nederland en Duitsland zich nog steeds in een relatief goede positie. Zo daalde het handelsvolume met Frankrijk met 20,8 procent, met Spanje met 22,2 procent en met Groot-Brittannië met 24,6 procent.
Nederland weer op één na belangrijkste Duitse handelspartner
„Daarom doen de regeringen in Duitsland en Nederland er goed aan om de afgevlakte curve met economische stimuleringsprogramma’s te ondersteunen en daarmee het tij te keren“, benadrukt Gülker. Vooral omdat Nederland nu weer de op één na belangrijkste handelspartner van Duitsland is. Toen de pandemie zich vanuit China via Europa naar de Amerikaanse continenten verspreidde, daalde Nederland namelijk tijdelijk naar de derde plaats, achter de Verenigde Staten. „Deze trend is in mei weer omgekeerd,“ zegt Gülker. „Dit laat het vertrouwen zien dat onze twee landen in elkaar hebben.“