Ronald van Roeden, de Nederlandse ambassadeur in Duitsland, en Cyrill Jean Nunn, de Duitse ambassadeur in Nederland, zijn deze week op werkbezoek in de Nederlands-Duitse grensstreek. Van 29 juni tot en met 1 juli maken zij een gezamenlijke reis door de grensregio’s om te onderstrepen hoe belangrijk grensoverschrijdende samenwerking is. Aan bod kwamen thema’s als grensoverschrijdende mobiliteit, onderwijs, criminaliteit en spoedzorg en de grensoverschrijdende arbeidsmarkt.
Het werkbezoek ging woensdagavond 29 juni van start op een symbolische plek: Schloss Anholt in Isselburg. Daar ontmoetten de ambassadeurs tijdens een gezamenlijk diner regionale Nederlandse en Duitse stakeholders op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking. Op 23 mei 1991 werd hier een verdrag tussen Nederland, Duitsland en de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen getekend. Op basis van dit verdrag kunnen lokale overheden grensoverschrijdende publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden aangaan.
Problemen voor thuiswerkende grenspendelaars
Eén van de thema’s die deze avond aan bod kwamen, was grensoverschrijdende mobiliteit. Daarnaast was er aandacht voor de problemen op het gebied van belastingen na het opheffen van de uitzonderingsregeling voor grenspendelaars die thuiswerken. Het GrensInfoPunt van de EUREGIO gaf hierover meer informatie.
Nederlands-Duitse brandweerkazerne
Op 30 juni zetten de ambassadeurs hun reis voort via de grensoverschrijdende busverbinding C11 tussen het Nederlandse Aalten en het Duitse Bocholt. In Bocholt aangekomen werden ze door de brandweer bijgepraat over spoedzorg in de grensregio, zoals ambulancevervoer, de traumaheli en bloedvervoer met drones. Naast de tastbare resultaten zijn ook de nog bestaande (juridische) belemmeringen voor een dergelijke samenwerking besproken. Op termijn zal op deze plek de gezamenlijke brandweerkazerne Dinxperlo/Suderwick verrijzen. De lokale Nederlandse en Duitse brandweerkorpsen werken al enkele jaren intensief samen.
Grens vormt kans voor criminelen
In Enschede stond vervolgens het thema grensoverschrijdende criminaliteit centraal. Criminaliteit, zoals drugshandel, mensenhandel en de uitbuiting van arbeidsmigranten, stopt niet bij de grens – maar bij (bestuurlijke) handhaving vormt de grens wel een barrière. Hierdoor vormt de grens voor criminelen een kans om uit het zicht van autoriteiten te blijven. Ondermijning en de strijd tegen de georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit is complex en vormt daarmee een serieus probleem in de grensregio. Dit kan worden verbeterd door grensoverschrijdende bestuurlijke informatie-uitwisseling mogelijk te maken. Medewerkers van het RIEC, gemeente Winterswijk en gemeente Enschede vertelden over de aanpak, werkwijze en toekomstige ontwikkelingen van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit in de Achterhoek en Twente.
Euregionale competenties verwerven
Als laatste kregen de ambassadeurs informatie over de Euregionale Doorlopende Leerlijn (EDL), een project waar partners in de hele Euregio gezamenlijk aan werken. Doel is dat scholieren en studenten tijdens hun gehele schoolperiode zogenoemde ‘euregionale competenties’ verwerven. Voor wie de taal en cultuur van het buurland begrijpt en spreekt, liggen er namelijk veel kansen over de grens.
Voortzetting in Noord-Nederland en -Duitsland
De reis van de ambassadeurs wordt nog voortgezet naar de Eems-Dollard-Regio in het noorden.