Kategorien Business News

Nieuw project ‘Healthy Building Movement’ van start

Na een intensieve voorbereidingstijd is het nu definitief: het nieuwe project ‘Healthy Building Movement’ is van start gegaan. Het project borduurt voort op zijn voorganger ‘Healthy Building Network’ en is erop gericht gezond en duurzaam bouwen in de praktijk te brengen. Lead partner is Gemeente Venlo, de andere partners zijn de Wirtschaftsförderungsgesellschaften Krefeld, Kreis Viersen en Mönchengladbach, Maastricht University, de TU Eindhoven, het universitair ziekenhuis van de RWTH Aachen, ResScore GmbH, C2C Expo LAB en Bluehub B.V.. In totaal wordt tot eind 2026 circa 4,8 miljoen euro in het Interreg-project geïnvesteerd.

Binnen het project worden gezondheid en welzijn gekoppeld aan energieneutraliteit en circulaire economie. Op deze manier wordt er niet alleen duurzamer gebouwd, maar wordt tevens een bijdrage geleverd aan de gezondheid van werknemers die in deze duurzame, gezonde gebouwen werken. Op deze locaties stijgen namelijk de tevredenheid en productiviteit van de werknemers, terwijl het verzuim afneemt. Bij wetenschappelijke onderzoeken gedurende het eerdere Healthy Building Network-project werden op scholen zelfs betere leerprestaties gemeten.

Circulair, energieneutraal & gezond

Binnen het netwerk dat tijdens Healthy Building Movement is opgezet, werken ondernemers, instituten en overheidsinstanties samen om de bouw van circulaire, energieneutrale en gezonde gebouwen te bevorderen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar nieuwbouw, maar ook naar het saneren van bestaande gebouwen. De deelnemers onderzoeken samen hoe de thema’s circulariteit, bouwen met biologische grondstoffen en gezondheid bij sanering, renovatie of (ver)bouwen gerespecteerd kunnen worden. Ook worden onderzoek naar en de ontwikkeling van circulariteit en de energietransitie uitgebreid.

Over ‘Healthy Building Movement’

Het project Healthy Building Movement wordt uitgevoerd in het kader van het programma Interreg VI A Deutschland-Nederland en wordt tot eind 2026 gecofinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), de provincies Limburg en Noord-Brabant en het Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen.