Bewoners van de grensregio lopen soms tegen belemmeringen aan. Zeker op het hoogtepunt van de coronapandemie was hiervan sprake: werknemers konden niet naar hun werk of ondervonden moeilijkheden bij het thuiswerken. Maar er zijn ook andere belemmeringen: bijvoorbeeld treinen die niet goed op elkaar aansluiten of slechte toegang tot gezondheidszorg aan de andere kant van de grens. De Europese Commissie wil hier verandering in brengen.
In totaal wonen zo’n 150 miljoen burgers verspreid over heel Europa in een grensregio. Zij lopen vaak tegen grensoverschrijdende problemen aan die nog niet zo eenvoudig op te lossen zijn, bijvoorbeeld door verschillen in nationale wetgeving. Dit is niet alleen vervelend voor de inwoners, maar het heeft ook financiële gevolgen. Volgens de Europese Commissie kan het bbp in de grensregio’s met 2 procent stijgen en kunnen één miljoen extra banen worden gecreëerd wanneer 20 procent van de grensoverschrijdende obstakels wordt overwonnen. Dit was voor de Europese Commissie voldoende aanleiding om een nieuwe verordening te publiceren die grensoverschrijdende oplossingen moet vergemakkelijken.
Betere coördinatie
Een eerste stap in het nemen van grensoverstijgende hordes is het oprichten van grensoverschrijdende coördinatiepunten, waarin meerdere lidstaten worden vertegenwoordigd. Deze coördinatiepunten moeten grensoverschrijdende kwesties beoordelen en samen met nationale autoriteiten tot een oplossing komen. Indien de nationale autoriteiten er onderling niet uitkomen als gevolg van uiteenlopende nationale wetgeving, kan worden teruggegrepen naar een nieuw vorm te geven ‘Cross-Border Facilitation Tool’. Deze tool biedt handvatten om nationale wetgeving aan te passen en beter op elkaar te laten aansluiten.
De Europese Commissie probeert al geruime tijd om nieuwe wetgeving op dit gebied in te voeren. Een voorstel dat zij in 2018 publiceerden, werd in 2021 stopgezet. Nu waagt de Europese Commissie een nieuwe poging.