De basis van een goede samenwerking ligt bij het kennen van elkaars geschiedenis. Dit was de rode draad van een serie hoorcolleges over de geschiedenis en de toekomst van de Nederlands-Duitse grensregio op de Fontys International Campus in Venlo. Historicus Prof. Dr. Jacco Pekelder, historicus en publicist Dr. Ragdy van der Hoek en parlementslid van Noordrijn-Westfalen Dr. Marcus Optendrenk belichtten in aanwezigheid van zo’n 100 toehoorders de relatie tussen Nederland en Duitsland vanuit een historisch perspectief. Ook werd het eerste exemplaar van het boek ‚Over de Grens – Über die Grenze‘ aangeboden aan een viertal politiek vertegenwoordigers uit het Nederlands-Duitse grensgebied.
De grens is letterlijk en figuurlijk aanwezig in de hoorcollegezaal van Fontys in Venlo: voorin de wat oudere, grijzende mannen in pak en achterin de wat schuchtere, jongere studenten van de Fontys International Campus. Toch gaat het op grotere schaal, wat betreft het overbruggen van grenzen, een stuk beter. Met name in het Nederlands-Duitse grensgebied. Jacco Pekelder, historicus en auteur van o.a. het boek ‘Nieuw nabuurschap. Nederland en Duitsland na de val van de Muur’, is heel stellig: “Nederland en Duitsland staan er zeer goed voor. De buurlanden werken veel samen, hebben een intensieve handelsrelatie en zijn ook op politiek vlak heel hecht. Beide landen zijn sterker verweven dan ooit het geval is geweest.” Pekelder heeft de relatie tussen beide landen na 1990 uitvoerig onderzocht. “Het nieuwe nabuurschap”, noemt hij het. Begin jaren negentig was de verhouding tussen beide landen nog uiterst wankel. Vooral jongeren hadden een negatief beeld van Duitsland, waar niet in de laatste plaats de voetbalrivaliteit tussen beide landen een grote rol in speelde. Maar er was meer aan de hand: nationale trots Fokker werd eind ’92 overgenomen door het Duitse DASA, en ook de aanslag op het huis van twee Turkse gezinnen in Solingen, waarbij 5 mensen om het leven kwamen, wekte veel verontwaardiging op in ons land. Bovendien waren er op politiek gebied spanningen. Bondskanselier Helmut Kohl blokkeerde de benoeming van de gedoodverfde kandidaat Ruud Lubbers tot voorzitter van de EU, tot groot ongenoegen van politiek Nederland.
Toenadering
Halverwege de jaren negentig ontstond er voorzichtig toenadering tussen beide landen. Pekelder benoemt dit als een ‘campagne’ ter intensivering van de relatie bestaande uit drie onderdelen: staatsbezoeken, netwerken en onderwijs. Bondskanselier Kohl bezocht in 1995 tweemaal Nederland, premier Kok en koningin Beatrix togen geregeld naar Duitsland. Ook kwamen er netwerken van de grond, zoals de Nederlands-Duitse Conferentie (tegenwoordig Forum geheten) en het Journalistenstipendium. Pekelder: “Het Journalistenstipendium Duitsland-Nederland heeft een bijzonder positief effect gehad op de beeldvorming van Duitsland in Nederland. Al sinds 1994 werken Nederlandse journalisten gedurende twee, drie maanden per jaar op een Duitse redactie en andersom. Dit heeft bijgedragen tot meer onderlinge kennis en begrip.” Op onderwijsgebied ontstonden er ook enkele belangrijke initiatieven, zoals het Centrum voor Duitslandstudies in Nijmegen en het Duitsland Instituut in Amsterdam (DIA). Ook Noordrijn-Westfalen richtte de blik steeds vaker op Nederland en steunde het Zentrum für Niederlande-Studien in Münster. Toch is taalbeheersing nog steeds een heikel punt. Pekelder uit zijn bezorgdheid over de gebrekkige kennis van de Duitse taal in Nederland, met name onder jongeren. De huidige jonge generatie is volgens hem wel heel eenzijdig op het Engels gericht. En ze worden ook nauwelijks gestimuleerd om Duits te leren.
APK-onderhoud
De basis van de vruchtbare samenwerking tussen Nederland en Duitsland ligt volgens alle sprekers in het tonen van interesse in elkaars geschiedenis, elkaars gemeenschappelijke wortels. Maar deze samenwerking moet wel goed worden onderhouden. Pekelder vergelijkt het met een degelijke Duitse Volkswagen: “Ook die goeie ouwe Kever moet af en toe door de APK”. Dit beaamt ook Ragdy van der Hoek, historicus en schrijver van het boek ‘Over de grens – Über die Grenze’. Dit boek vertelt de geschiedenis van de relatie tussen Nederland en Duitsland vanaf het begin van de 19e eeuw tot nu. Als rechtgeaarde Venlonaar heeft Van der Hoek zich verdiept in de historische relatie tussen beide buurlanden en dit uitvoerig beschreven in zijn boek. Tot aan de Eerste Wereldoorlog bestond er een warme relatie tussen Limburg en de Duitse Rijnlanders. Bewoners staken vaak de grens over voor handel, feesten (carnaval) of bedevaartstochten. Echter, de beide wereldoorlogen gooiden roet in het eten en er ontstond een verwijdering tussen de landen. Goede buren werden ineens vijanden van elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog werd dit contact weer voorzichtig hersteld.
Euregionale samenwerking
Alle sprekers zeiden grote waarde te hechten aan het ontstaan van de verschillende Euregio’s in het Nederlands-Duitse grensgebied. Die fungeren als platform bij grensoverschrijdende samenwerking, brengen Nederlandse en Duitse partners met elkaar in contact en bieden een basis voor samenwerkingen tussen bedrijven en kennisinstellingen uit beide landen. Ook het lectoraat Fontys Crossing Borders heeft in deze een belangrijke rol, aldus Dr. Marcus Optendrenk, parlementslid in Noordrijn-Westfalen. Hij onderstreept dat Nederland en Duitsland zich op elkaars sterke kanten moeten concentreren en gemeenschappelijk Europese kansen moeten benutten. Na ontvangst van het boek ‘Over de grens – Über die Grenze’ sluit gedeputeerde Ger Koopmans van de Provincie Limburg af met de woorden: “Het is toch prachtig als je als buurlanden elkaars geschiedenis kent”.