West-Duitsers werken langer door dan Oost-Duitsers. Dit blijkt uit nieuwe berekeningen van het Ifo Instituut uit München op basis van nieuwe statistieken van de Rentenversicherung, het Duitse pensioenfonds. Zo ging in 2017 42 procent van alle nieuwe gepensioneerden in Oost-Duitsland in de leeftijd van 63 jaar met vervroegd pensioen. In de oude deelstaten was dat iets minder dan één op de drie (30 procent).
Tot de standaard pensioenleeftijd werkte 45 procent van de nieuwe gepensioneerden in West-Duitsland. In Oost-Duitsland was dit slechts 24 procent. De leeftijdsgrens voor een regulier pensioen is momenteel 65 jaar en zeven maanden. In West-Duitsland werkte 45 procent van de nieuwe gepensioneerden door tot deze leeftijd. In Oost-Duitsland was dit slechts 24 procent.
Verklaring
„De verklaring voor het hogere aandeel Oost-Duitsers dat met vervroegd pensioen gaat is dat het in de DDR gebruikelijk was om al vroeg te gaan werken, zodat een groter deel van de Oost-Duitse bevolking aan de voorwaarden voor een vervroegd pensioen voldoet,“ aldus Ifo-onderzoeker Joachim Ragnitz. „Een andere factor is dat vrouwen in de nieuwe deelstaten gemiddeld hogere pensioenrechten hebben, aangezien vrouwen in Oost-Duitsland veel vaker werkten dan vrouwen in West-Duitsland. Het is gemakkelijker om rond te komen van een pensioen met inhoudingen als twee gepensioneerden met een hoog pensioen samen een huishouden vormen.“
Politieke conclusies
Het Ifo-Instituut trekt ook politieke conclusies uit de gegevens. Het pensioen op 63-jarige leeftijd is een „verkeerde beslissing“ en een „verkiezingscadeau aan de oudere generatie“ volgens Ragnitz. Hij besluit: „Dit spreekt voor een kritische herziening van het pensioen op 63-jarige leeftijd in de komende onderhandelingen over de toekomstige structuur van de oudedagsvoorzieningen.“
Vervroegd pensioen
Het vervroegd pensioen zonder inhoudingen werd in 2014 ingevoerd voor langdurig pensioenverzekerden of voor gepensioneerden van 63 jaar. Het stelt mensen die zijn geboren voor 1953 in staat om op 63-jarige leeftijd met pensioen te gaan in plaats van met 65 jaar. Voorwaarde is dat zij op dat moment al 45 jaar aan het pensioenfonds hebben bijgedragen. Vanaf 1953 wordt de leeftijd voor vervroegd pensioen geleidelijk verhoogd tot 65 jaar voor degenen die in 1964 en later zijn geboren.
Lees het Duitse artikel bij de Wirtschaftswoche.