Spierziekten bestaan in vele verschillende vormen en gradaties. Soms heeft een patiënt de spierziekte al vanaf de geboorte, soms ontstaat deze op latere leeftijd. De ene keer is het ontstaan van de spierziekte genetisch bepaald, de andere keer ligt de oorzaak ergens anders. Eén ding hebben de verschillende spieraandoeningen gemeen: ze hebben vaak een grote invloed op het leven van de mensen die hieraan lijden. Het grensoverschrijdende samenwerkingsproject Generate Your Muscle (GYM) maakt gebruik van een nieuwe, innovatieve stamceltherapie, die het leven van patiënten met een spieraandoening moet verbeteren. Universiteiten en organisaties uit Nederland, Duitsland en België werken samen bij de ontwikkeling van deze nieuwe techniek. Op 13 en 28 juli boekten zij gezamenlijk een groot succes: twee patiënten die als gevolg van een genetisch defect in de energiestofwisseling een spieraandoening hebben, kregen lichaamseigen spierstamcellen toegediend. Een aanpak die tot nu toe uniek is in de wereld.
Onderzoekers ontdekten dat, hoewel de patiënten een spieraandoening hebben als gevolg van een genetisch defect in hun energiestofwisseling, hun spierstamcellen vrijwel niet door dit defect worden aangetast. Dit maakt het mogelijk om deze gezonde, lichaamseigen stamcellen bij de patiënt weg te halen en daarna opnieuw te injecteren. Hiermee moet de aanmaak van spiermassa en spierweefsel worden bevorderd. Op dit moment zit het project nog in de trial fase, waarbij onder andere de veiligheid en effectiviteit van de behandeling worden onderzocht.
Euregionale samenwerking
Het samenwerkingsproject Generate Your Muscle wordt mede mogelijk gemaakt door het Europese subsidieprogramma Interreg van de Euregio Maas-Rijn. Onderzoekers van het Maastricht UMC+, Uniklinik RWTH Aachen en de universiteiten Hasselt, Luik en Leuven werken samen binnen het onderzoek. Ook de bedrijven Scannexus en Kenko International en verschillende patiëntenorganisaties zijn bij het project betrokken. Deze patiëntenorganisaties leveren ook een financiële bijdrage, evenals de provincie Limburg, die co-financier is. Het totale onderzoeksbudget bedraagt circa 2,8 miljoen euro.