Voorstel Duitse economen: pensioenleeftijd ambtenaren met 5,5 jaar omhoog

In Duitsland is de discussie over de duur van het beroepsleven in volle gang. Vooraanstaande economen kwamen met een naar Duitse maatstaven radicaal plan op de proppen: zij willen ambtenaren langer laten werken, omdat deze een bovenmodaal pensioen en allerlei andere privileges hebben. Deze overheidsmedewerkers hoeven in Duitsland bijvoorbeeld geen salaris af te dragen aan het wettelijke pensioenstelsel. Volgens het voorstel van de wetenschappers van het Pestel-Institut zouden ambtenaren 5,5 jaar langer moeten blijven werken, omdat ze gemiddeld ouder worden dan arbeiders. Dit meldt de Neue Rhein/Neue Ruhrzeitung (NRZ).

Uiteenlopende meningen

Het plan van de economen van het Pestel-Institut volgde na een initiatief van de Duitse Minister van Economische Zaken Katharina Reiche. De CDU-politica veroorzaakte met haar voorstel de duur van het beroepsleven in Duitsland te verlengen onlangs een golf van verontwaardiging. Economen en politici uit alle hoeken uitten hevige kritiek. Vooral in de regeringscoalitie zorgde de minister met haar voorstel voor ergernis. Haar collega, de Minister van Werkgelegenheid Bärbel Bas (SPD), verwierp het voorstel faliekant. Veel mensen halen om gezondheidsredenen de huidige pensioengerechtigde leeftijd al niet, aldus Bas. Als de pensioengerechtigde leeftijd met een aantal jaren zou worden verhoogd, zouden volgens Bas nog meer mensen nooit de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.

De economen van het Pestel-institut noemen de verschillende levensverwachtingen van mensen als reden dat het pensioenstelsel rechtvaardiger moet worden. Hun voorstel: ambtenaren moeten in de toekomst vijfeneenhalf jaar langer werken dan mensen met lichamelijk zwaardere beroepen, omdat ze gemiddeld zoveel langer leven. Bovendien pleiten de wetenschappers ervoor om mensen met een laag inkomen aanzienlijk beter te belonen met een hogere pensioenuitkering.

Grote verschillen in levensverwachting

Volgens een onderzoek van het Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) uit 2021 hebben mannelijke ambtenaren vanaf 65 jaar gemiddeld een levensverwachting van nog eens 21,5 jaar. Voor mannen met lichamelijk zwaardere beroepen is dat slechts 15,9 jaar, een verschil van pakweg 5,5 jaar. Tussen mannelijke werknemers in de dienstensector en ambtenaren is het verschil ruim twee jaar. Ook wat betreft het inkomen is er een groot verschil: mannelijke topverdieners hebben een 6,3 jaar hogere levensverwachting dan mannen met een laag inkomen. Economen schrijven dit onder andere toe aan het feit dat goed verdienende mensen een betere toegang hebben tot medische zorg en minder vaak zwaar lichamelijk werk verrichten.

Deze aspecten komen in de huidige pensioendiscussie nauwelijks of helemaal niet ter sprake, vinden de wetenschappers van het DIW. Het huidige systeem leidt volgens hen tot grote onrechtvaardigheid. Veel ambtenaren en topverdieners weten tijdens hun pensioen vaak niet wat ze met hun geld moeten doen. Tegelijkertijd kunnen verkoopsters en kappers met hun magere pensioen nauwelijks rondkomen, aldus de wetenschappers. Velen zijn aangewezen op een basisuitkering voor ouderen, terwijl ze 40 jaar of langer fulltime hebben gewerkt.