Nederlandse bedrijven verdienen ruim 45 miljard euro aan de export naar Duitsland, goed voor 6,7 procent van het bbp. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekend op basis van OESO-cijfers over 2016. Dit blijkt uit de nieuwe Internationaliseringsmonitor 2020, waarin Duitsland centraal staat.
De cijfers zijn de meest recente cijfers die beschikbaar zijn. Alhoewel deze al enkele jaren oud zijn, geven ze meer inzicht in de internationale verwevenheden dan standaard handelscijfers, omdat ook handelsstromen buiten Nederland zijn meegeteld.
Directe en indirecte export naar Duitsland
Aan de rechtstreekse export naar de oosterburen hielden Nederlandse bedrijven in 2016 39 miljard euro over. Ze verdienen echter ook aan toelevering via andere landen, die op hun beurt naar Duitsland exporteren. Deze indirecte exportverdiensten komen tot stand doordat Nederland toeleverancier is in zogenoemde internationale waardeketens met Duitsland als eindbestemming. Zo verdiende Nederland in 2016 6,1 miljard euro aan de export van andere landen naar Duitsland waarin Nederlandse grondstoffen, halffabricaten en ondersteunende diensten waren verwerkt.
Bijna driekwart van de Nederlandse verdiensten aan de export naar Duitsland kwam tot stand dankzij finale bestedingen in Duitsland. Denk bijvoorbeeld aan Nederlandse kaas die wordt geconsumeerd door Duitse huishoudens, of aan een Nederlandse chipmachine voor een Duitse fabriek. Het overige deel van de Nederlandse exportverdiensten – 11,7 miljard euro – vloeide voort uit de verwerking van tussenproducten, halffabricaten of ondersteunende diensten die Duitsland weer naar andere landen exporteerde. Het merendeel van deze Duitse export met Nederlandse inbreng werd uiteindelijk geconsumeerd buiten de Europese Unie, met name in de Verenigde Staten en China.
Ruim een kwart van indirecte exportverdiensten aan Duitsland via België
Bijna 26 procent van Nederlandse verdiensten aan de indirecte export naar Duitsland ontstaan door toeleveringen aan België. De belangrijkste Belgische bedrijfstakken die Nederlandse producten verwerken zijn de aardolie-industrie, de chemische en farmaceutische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. Toeleveringen aan Ierland zijn goed voor circa 10 procent van de Nederlandse indirecte exportverdiensten aan Duitsland. Dit zijn voornamelijk toeleveringen via de Ierse IT-dienstverlening en de chemische industrie. Ongeveer 7 procent van de indirecte Nederlandse exportverdiensten verloopt via Frankrijk. De chemische en farmaceutische industrie, en de overige transportmiddelenindustrie verwerken in Frankrijk de meeste Nederlandse inbreng in hun export naar Duitsland.
De rest van de top-10 bestaat ook uit Europese landen. Bij de indirecte exportverdiensten via Polen, Hongarije, Tsjechië en Oostenrijk is het vooral de auto-industrie die Nederlandse goederen en diensten verwerkt in haar uitvoer naar Duitsland.
Groot- en detailhandel en zakelijke dienstverlening grootverdieners
De groot- en detailhandel verdiende met 9,5 miljard euro het meest aan de directe en indirecte export naar Duitsland, gevolgd door de zakelijke dienstverlening (6,5 miljard euro). De industriële bedrijfstakken die het meest verdienden aan de export naar Duitsland waren de chemische en farmaceutische industrie, de voedings- en genotmiddelenindustrie en de aardolie-industrie.