Langs de Nederlands-Duitse grens zijn al eeuwenlang boeren actief die zich niet door de landsgrenzen laten tegenhouden. Ze voeren aan beide zijden van de grens hun werkzaamheden uit. Vaak is dit in het verleden ontstaan door familiebanden, maar ook niet zelden door vrienden en kennissen. Meestal zie je dat de boerderij aan de ene kant van de grens staat en dat aan de andere kant alleen akkers bewerkt worden. Praktisch gezien heel logisch, maar hoe zit het precies met de wet- en regelgeving wanneer een boer in twee landen actief is? Herman Wilkens van Flynth Adviseurs en Accountants vertelt er meer over.
Het eerste punt is de inkomstenbelasting. Wat dit betreft is het belangrijk om te weten hoe de winst verdeeld wordt in een deel dat in Nederland wordt belast en een deel dat in Duitsland wordt belast. Hiervoor is het van belang in welk land de boerderij is gevestigd. Als de boerderij in Nederland ligt, wordt in Nederland inkomstenbelasting geheven over het wereldinkomen onder aftrek van de regeling ter voorkoming van dubbele belasting. Dat is zover duidelijk – het wordt ingewikkelder wanneer berekend moet worden welk deel van de winst in Nederland belast wordt en welk deel in Duitsland. Er is afgesproken dat er eerst een gedeelte aan de vestigingsplaats toegekend mag worden – in dit geval Nederland – en vervolgens het resultaat naar rato bouwplan verdeeld mag worden. Dit kan nog steeds als een onredelijke verdeling aanvoelen, bijvoorbeeld wanneer een boer een intensieve melkveehouderij in Nederland heeft met 10 hectare land, veel koeien, veel aankoop van voer en afzet van mest, en daarnaast 20 hectare maïs in Duitsland. Voor dergelijke gevallen zal in samenspraak met de Belastingdienst maatwerk verricht moeten worden. Eventueel kan nog aan verschillende rechtsvormen gedacht worden.
Omzetbelasting: btw-plichtig vs. landbouwregeling
Daarnaast moet naar de omzetbelasting gekeken worden. In theorie bestaat er Europese regelgeving, die voor grensoverschrijdende activiteiten zoals deze in regels voorziet. De praktijk is echter iets weerbarstiger.
In Nederland bestaat de grensboerenregeling. Hierin wordt geregeld wat er met machines, zaaigoed en meststof en het overbrengen van geoogst product moet gebeuren voor landerijen binnen een strook van 5,5 kilometer aan weerszijden van de grens. Wanneer het product echter niet overgebracht wordt, maar ter plekke verkocht wordt, gaat deze regeling niet op. Ook voor landerijen buiten deze 5,5 kilometer geldt deze regeling niet.
Daarnaast zijn Nederlandse boeren verplicht om een boekhouding omtrent de btw te voeren; de zogenaamde landbouwregeling bestaat niet meer. Deze hield in dat er geen btw-aangifte gedaan hoefde te worden; ontvangen btw gold als opbrengst en betaalde btw als kosten. In Duitsland bestaat de landbouwregeling nog wel. Dat leidt er toe dat sommige Duitse boeren meedoen aan de landbouwregeling (‘pauschalisierend’), terwijl andere verplicht btw-aangifte (‘gewerblich’) moeten doen. Dit kan ervoor zorgen dat een Nederlandse boer die in Nederland btw-plichtig is, in Duitsland meedoet aan de landbouwregeling, terwijl de Europese wetgeving in principe hetzelfde is.
Wat het nog lastiger maakt is dat Nederland en Duitsland verschillende btw-tarieven hanteren. Zowel het hoge tarief als het lage tarief verschillen. Daarnaast bestaat er in Duitsland ook nog een btw-tarief betreffende het landbouwforfait inzake de landbouwregeling. Er moet dus heel duidelijk in kaart gebracht worden hoe de goederenstromen lopen, hoe de facturering verloopt en wie wat waar moet aangeven wat betreft de btw.
Specifieke regelingen voor boeren
Daarnaast bestaan er per land specifieke regelingen voor boeren. Wanneer een Duitse boer mest wil aanvoeren op Nederlandse gronden, zullen deze gronden geregistreerd moeten worden bij de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Deze registratie kan alleen plaatsvinden wanneer de boer is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel – terwijl de vestigingsplaats in Duitsland is. Daarnaast zal dan de gecombineerde opgave (CBS en Betalingsrechtenregeling) ingevuld moeten worden. Omgekeerd is dit ook het geval bij de Duitse Landwirtschaftskammer. Tot slot moeten boeren er ook rekening mee houden dat ze zowel een Nederlandse als een Duitse spuitlicentie moeten hebben om in beide landen bestrijdingsmiddelen te mogen gebruiken.
Over de auteur
Herman Wilkens is agrarisch adviseur bij Flynth Adviseurs en Accountants. Hij adviseert verschillende agrariërs in de breedste zin van het woord over het (grensoverschrijdende) ondernemen en hun onderneming. Verschillende klanten van Flynth verrichten met hun agrarische bedrijf namelijk grensoverschrijdende activiteiten.