Ondanks de coronacrisis groeide de waarde van de landbouwexport in 2020 met ongeveer 1 procent in vergelijking met 2019. De waarde van de landbouwexport naar Duitsland groeide in dit tijdsbestek met 4 procent. Dat melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wageningen Economic Research (WUR) op basis van een gezamenlijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
In 2020 ging 26 procent van de landbouwexport naar Duitsland. Dat is één procentpunt meer dan in 2019 (25 procent). Hierbij ging het onder andere om groenten, fruit, oliehoudende zaden en vruchten, natuurlijke vetten en oliën. De waarde van de landbouwexport naar Duitsland steeg in 2020 met 4 procent: van 23,6 miljard euro in 2019 naar 24,6 miljard euro in 2020.
België (11 procent), het Verenigd Koninkrijk (9 procent) en Frankrijk (8 procent) zijn andere belangrijke bestemmingen. Waar in 2020 juist meer landbouwgoederen naar Duitsland gingen, kromp de export naar al deze afzetmarkten met 2 (België en Frankrijk) tot 3 procent (Verenigd Koninkrijk). Al met al wordt 67 procent van de landbouwexport binnen de Europese Unie (exclusief het Verenigd Koninkrijk) afgezet.
China klimt van plek zes naar plek vijf in de rangschikking van belangrijkste landbouwexportbestemmingen, met een aandeel van 4 procent. De landbouwexport naar dit land nam toe van 3,1 miljard euro (2019) tot 3,8 miljard euro (2020). Dat is een toename van 24 procent. Voor het grootste deel betreft dit een groei van de export van varkensvlees en babymelkpoeder.
Meer onzekerheid door coronacrisis
Bij de lichte totale groei van 1 procent passen enkele nuances. Zo daalde het volume van de landbouwexport licht en zorgde een stijging van de exportprijzen voor de groei van de exportwaarde. Bovendien is de waarde van de landbouwexport van Nederlandse makelij 0,6 procent gekrompen. De waarde van de totale landbouwexport groeide toch door een toename van de wederuitvoer van landbouwgoederen van 5,1 procent. Een derde nuance is dat de raming door de coronacrisis met meer onzekerheid is omgeven dan in eerdere jaren.
De totale landbouwexport komt in 2020 naar schatting uit op 95,6 miljard euro, een nieuw record. Daarvan is 68,3 miljard euro export van Nederlandse makelij en 27,3 miljard euro wederuitvoer. De export leverde naar schatting 41,9 miljard euro exportverdiensten op voor de Nederlandse economie.
Sierteelt belangrijkste exportproduct
Net als in 2019 zijn bloemen, planten, bloembollen en boomkwekerijproducten de meest verhandelde exportproducten in euro’s gemeten. In 2020 werd er voor 9,5 miljard euro aan sierteeltproducten uitgevoerd, 0,3 procent meer dan in 2019. Sierteeltproducten zorgen ook voor de meeste exportverdiensten van alle landbouwproductgroepen. De sierteeltexport had het in de eerste maanden van de coronacrisis lastig, maar herstelde zich in de maanden erna.
Vlees wordt (in waarde gemeten) na sierteelt het meest geëxporteerd, maar kende een krimp van 3 procent: van 9,0 miljard euro in 2019 tot 8,7 miljard euro in 2020. Ook zuivel, eieren en groenten laten een exportkrimp zien, met respectievelijk 4 en 3 procent. De export van fruit is daarentegen met 11 procent gegroeid, maar dan gaat het met name om een groei bij de wederuitvoer.