Het Europese burgerschap, waarbij alle Europese burgers het recht kregen om in de gehele Europese Unie vrij te reizen en te verblijven, bestaat al dertig jaar: sinds het Verdrag van Maastricht van 1992. EU-burgers beschikken over kiesrecht bij verkiezingen voor gemeenteraden en voor het Europees Parlement in het EU-land waar men woont, ook al is dit niet het land van de eigen nationaliteit. Maar het Europese burgerschap is nog niet af. Intussen zijn talrijke Europese burgers gaan wonen en werken in een ander EU-land, ook in Nederland. Zij nemen actief deel aan onze maatschappij, maar beschikken slechts over een beperkt kiesrecht. Zij mogen namelijk niet deelnemen aan verkiezingen op landelijk en provinciaal niveau. Wordt het niet eens tijd dat EU-burgers die wonen en werken in een ander EU-land daar een volledig kiesrecht krijgen? Mist er een dimensie aan het Europese burgerschap? Op uitnodiging van het Europees Parlement Liaisonbureau in Nederland en Stichting Geen Grens vond hierover op 19 maart jl. in Maastricht een debat plaats. Dit was onderdeel van de Conferentie over de Toekomst van Europa waar EU-burgers hun ideeën kunnen delen over verschillende thema’s.
In Maastricht werd 30 jaar geleden het Verdrag van Maastricht ondertekend. Een goede gelegenheid dus om in deze stad dit debat te voeren met burgers uit de Euregio. Geopend werd de bijeenkomst door een welkomstwoord van Stichting Geen Grens en het Liaisonbureau van het Europees Parlement in Nederland. Daarna volgde een toespraak omtrent de Conferentie over de Toekomst van Europa door Europarlementariër Vera Tax. Vervolgens gaf Prof. Jan Willem Sap (Open Universiteit en Vrije Universiteit Amsterdam) een lezing over het Europese burgerschap. Daarna volgde een bijdrage van Prof. Maarten Vink (Universiteit Maastricht en European University Institute in Florence). Tot slot werd er in kleine groepjes in ronde tafel-gesprekken gediscussieerd over het thema.
Belasting betalen, maar geen invloed op wetgeving
„Het kan gebeuren dat ingezetenen van Nederland met de meest verschillende paspoorten al 30 jaar in ons land wonen, werken en kinderen opvoeden, maar geen kiesrecht hebben”, aldus Huub Spoormans van Stichting Geen Grens. Een ingezetene is iemand die in een land woont en werkt en er burgerlijke plichten vervult, zoals het betalen van belasting. Hierdoor mag je na een bepaalde periode stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Toch wil dat niet zeggen dat je landelijk en provinciaal kiesrecht hebt. “En als je dan dit kiesrecht wenst te krijgen, wordt gezegd dat je dan maar de Nederlandse nationaliteit moet aannemen”, aldus Spoormans. “Maar dit houdt in dat je je andere nationaliteit dient op te geven, en in de praktijk willen de meesten dat niet.”
Babette Lemmer uit Vaals voelt zich tweederangs burger. “Ik heb 10 jaar in de gemeenteraad van Vaals gezeten en me ingezet om ook de hier wonende en werkende Duitsers een stem te geven. Ik woon als Duitse al heel lang in Nederland, betaal belasting zoals ieder ander, maar ik mag mijn stem niet uitbrengen. Ik kan niet mede bepalen wat er met mijn belastingcenten gebeurt”, vertelde Lemmer in een ronde tafel-gesprek. “En dat vind ik niet eerlijk.” De vraag is dus of je als Europa niet een Europees staatsburgerschap zou moeten toekennen aan EU-burgers, zodat zij in het Europese land waar ze wonen bij landelijke verkiezingen hun stem mogen uitbrengen (direct kiesrecht verlenen). Een andere optie is indirect kiesrecht toekennen. Er wordt dan bijvoorbeeld een aantal eisen gesteld als voorwaarde voor het verkrijgen van staatsburgerschap. Denk aan een aantal jaar werkzaam zijn in een land, betrokken zijn bij of bijdragen aan de maatschappij en de taal spreken.
Belangrijk effect op dagelijks leven
De tijdens het debat besproken argumenten betreffende het kiesrecht voor EU-burgers zullen uiteindelijk in Brussel terechtkomen. Deze worden dan in de vorm van een aanbeveling aan de Europese Commissie en Europese Raad gepresenteerd. „Een aanbeveling na het debat van deze dag in Maastricht zou kunnen zijn: wij zijn van mening dat er een EU-burgerschap moet komen, dat EU-burgers, in welk EU-land ze zich ook bevinden, ook hun stem moeten kunnen uitbrengen bij de verkiezingen voor de nationale parlementen”, stelde Vera Tax, lid van het Europees parlement. „Dit omdat de nationale wetgeving uiteindelijk een belangrijk effect heeft op het dagelijkse leven van EU-burgers.“