De gemeente Enschede goes east: de grootste stad van Overijssel wil de banden aanhalen met de Duitse buren. Bij de gemeente is daarom een ‘Duitslandteam’ actief. Dit team zet zich in voor meer samenwerking tussen Nederland en Duitsland op het gebied van economie, arbeid en onderwijs. Iedere maand verschijnt er een interview op AHA24x7 met een van de leden van het Duitslandteam. Dit keer is het de beurt aan Duco Hoek, accountmanager retail bij het Ondernemersloket Enschede.
Eén van de actiepunten van de accountmanager, is het plegen van acquisitie en het onderhouden van contact met de Duitse retail. Het begon vorig jaar allemaal met een bezoek aan de Duitse stad Essen. “Samen met twee bestuurders en een aantal ambtelijke collega’s bezochten we onaangekondigd 50 winkels. We spraken met de filiaalhouder of verkopers en deelden visitekaartjes en ander promotiemateriaal van Enschede uit. We kozen voor Essen, aangezien dit een echte winkelstad is, met grote ketens. Qua stijl en formaat wel anders dan Enschede, maar representatief voor de Duitse detailhandel.” De Enschedeërs werden enthousiast ontvangen. “We kregen namen van de directie of het hoofdkantoor. Met die berg aan informatie zijn we teruggegaan. Enige tijd later hebben we opnieuw contact gelegd met al die kantoren.”
Enschede als sluis naar de rest van Nederland
In de nazomer brachten vijf mensen, waaronder ook contacten uit andere Duitse steden als Gronau en Alstätte, op uitnodiging een bezoek aan Enschede. “Doel was kennismaken met Enschede, maar ook met collega-ondernemers in de binnenstad, evenals de voorzitter van Winkelhart Enschede en een makelaar. Een sieradenwinkel heeft concreet belangstelling zich te vestigen in Enschede. Hij sprak die dag zelfs over ‘unsere Stadt’.” De accountmanager merkt wel dat acquisitie voor een winkel heel anders is dan bijvoorbeeld voor personeel. “Het heeft een grote impact op het bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan andere wetgeving, vergunningen, een andere markt, etc. Wat voor de Duitse retailer interessant is, is dat Enschede de sluis is naar de rest van Nederland. Via Enschede probeert men aansluiting te vinden met de Nederlandse consument. Andersom heeft dit ook effect. Door het toenemende aantal Duitse bezoekers, willen ook Nederlandse retailers naar Enschede komen om kennis te maken met de Duitse consument.”
Versterken van de band
Zelf probeert Duco zoveel mogelijk contacten te leggen in Duitsland. “Door deze contacten, leren we meer over Duitse ondernemers en winkelketens. Waar het vooral om gaat, is bedrijven aan het denken te zetten. Het plan is daarom 10 tot 15 ondernemers uit Essen aan te schrijven en het hoofdkantoor te bezoeken. Zij willen zich niet direct in Enschede vestigen, maar vinden het wel interessant hoe wij het aanpakken. Hebben ze nu geen belangstelling, dan blijf je in ieder geval wel in beeld. Op die manier proberen we de band met Duitse retailers te versterken, met als doel dat iemand een winkel opent in Enschede. Maar dat is een lange weg. Waar het ons om gaat, is de lange termijn. Een warme band met die ondernemers, zodat Enschede een aantrekkelijke stad wordt.”
Terugbrengen leegstand
De activiteiten van de accountmanager zijn er deels op gericht leegstand te voorkomen. Deze loopt de afgelopen jaren al flink terug. “Je kunt zien dat we flink aan de weg timmeren. Denk bijvoorbeeld aan de komst van de flagstore van Zara en Hudson’s Bay. Dat soort ketens trekt publiek. Mijn streven is dat er uiteindelijk alleen maar een frictieleegstand is, dus dat er alleen nog leegstand is doordat een ondernemer stopt of bijvoorbeeld van pand wisselt. In goede jaren was deze leegstand 6%. We kwamen van 17%, maar gaan nu richting de 10%. Dat betekent dan we ons nog een paar jaar goed moeten inspannen. Met als resultaat dat de leegstand met 2% per jaar daalt, ongeveer 10 winkels per jaar. Het is fijn als daar wat Duitse ketens bij zitten, waardoor we meer Duitse bezoekers trekken.” Ondanks dat dit maar een klein deel van zijn takenpakket is, doet de accountmanager het met veel plezier. “Wat ik erg leuk vind, is dat het gestimuleerd wordt door de burgemeester en de wethouders. Daardoor voelen we ons gesteund in onze acties en blijven we plannen maken.”