„Uitbreiding grensoverschrijdende fietssnelwegen een stap dichterbij“

„Uitbreiding grensoverschrijdende fietssnelwegen een stap dichterbij“
Plaatsvervangend Euregio-secretaris Andreas Kochs, burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen en Christoph Fleischhauer van Moers presenteren het Euregionale mobiliteitsplan.

Op 5 april presenteerden de burgemeesters Fleischhauer en Bruls van de steden Moers en Nijmegen de resultaten van een haalbaarheidsstudie naar grensoverschrijdende fietssnelwegen bij de Euregio Rijn-Waal in Kleve.

De Euregio Rijn-Waal kent 6 steden met meer dan 100.000 inwoners: Düsseldorf, Duisburg, Moers, Arnhem, Nijmegen en Ede. Sinds 2015 werken deze steden intensiever met elkaar samen. Dit betekent concreet dat ze kennis, inzichten en ervaringen rondom stedelijke vraagstukken met elkaar uitwisselen en gezamenlijk projecten ontwikkelen. Ook trekken ze samen op bij de belangenbehartiging van de regio op provinciaal, deelstaat-, nationaal en Europees niveau. In het najaar van 2018 ontmoetten de burgemeesters elkaar in Nijmegen. Hier is afgesproken om de komende jaren gezamenlijk te werken aan een strategische agenda omtrent duurzaamheid, waarbinnen de thema’s ‘groene, gezonde en vitale stad’, ‘energietransitie’ en ‘slimme mobiliteit’ centraal zullen staan. De gepresenteerde uitkomsten van de Euregionale mobiliteitsstudie zijn hiervan het eerste concrete resultaat.

Drie trajecten met groot potentieel

De analyse van het fietssnelwegennetwerk rondom de steden is gefinancierd vanuit het Europese fonds INTERREG V A en uitgevoerd door een samenwerking tussen een Duits en een Nederlands adviesbureau. Op basis van een gedetailleerde evaluatie van het fietssnelwegennetwerk in het gebied zijn er in de studie drie trajecten uitgelicht die volgens de deskundigen een groot potentieel hebben. Dit betreft de routes Zevenaar-Doetinchem-Emmerich, Emmerich-Kleve en Moers-Kamp Lintfort. Het doel op middellange termijn is om deze routes uit te breiden en als snelle fietsroutes in te voeren, net als nu met de Europa-Radbahn tussen Kleve, Kranenburg en Groesbeek gedaan wordt. Voor de concrete uitwerking wordt de samenwerking gezocht met de desbetreffende gemeentes. Zij zijn ook op de hoogte gesteld van de uitkomsten van de analyse.

Verbindend thema

Burgemeester Bruls benadrukt dat het belangrijk is dat er meer aandacht komt voor grensoverschrijdend snelfietsverkeer binnen de Euregio Rijn-Waal. ‘‘Het fietssnelwegennetwerk in de Euregio is volop in ontwikkeling. Toch vonden de steden het nuttig om een analyse te laten uitvoeren om gezamenlijk te definiëren welke gaten er nog zijn in dit netwerk. Als we erin slagen om in dit gebied betere verbindingen aan te leggen, dan maakt dat onze regio uniek in de wereld. De onderzoeksresultaten  laten ook zien dat fietsen niet alleen een Nederlandse aangelegenheid is, maar dat het fietsgebruik, met name voor woon-werkverkeer, ook in Duitsland aan het groeien is. Kortom, het is een thema dat verbindt. Het verbindt niet alleen mensen en wegen met elkaar, maar werkt ook als verbinding in deze regio. Door het in kaart brengen van verschillende trajecten wordt zichtbaar waar er nog potentie ligt om de verschillende plaatsen aan beide zijden van de grens beter met elkaar te verbinden. Wij, als zes grote steden, gaan ons hier samen met de Euregio en de provincie Gelderland op de middellange termijn hard voor maken. Niet alleen omdat we op die manier kunnen voorzien in de groeiende behoefte aan dit type woon-werkverkeer in de regio, maar ook omdat het ons nog beter op de kaart kan zetten op het gebied van fietstoerisme.“

Belangrijke route voor studenten

Op de route Moers-Kamp Lintfort wordt het aantal van 2.000 fietsers per dag niet op het gehele traject behaald, maar wel op diverse afzonderlijke trajecten. Burgemeester Fleischhauer hecht bijzonder veel belang aan deze route: “Met het oog op de nieuwbouw van de campus in Moers is de fietssnelweg van bijzonder belang. Heel wat van de 4.500 jongeren die er in de toekomst zullen leren, zullen gebruik maken van deze direct toegankelijke verkeersverbinding. De investering in deze onderwijslocatie krijgt zo een ‚extra dimensie‘.“

X