De stereotype Nederlander is internationaal ingesteld, open-minded en kan zich vrijwel overal verstaanbaar maken. Dit lukt meestal in het Engels met misschien hier en daar een neerlandisme, maar dat mag de pret zeker niet drukken. Dat het hoger onderwijs zijn pijlers op het buitenland heeft gericht, is dan ook niet zo vreemd. Om studenten uit het buitenland te werven, zijn er een paar kleine aanpassingen nodig: de voertaal binnen het hoger onderwijs moet Engels worden, zodat iedere student – Nederlands paspoort of niet – kan meekomen. Een blog van Annick Bakker van het Rijnland Instituut.
Tegen de ‘verengelsing’
Op 29 maart 2019 uitte een verbluffend aantal hoogleraren, schrijvers en prominente Nederlanders zich in de Volkskrant tegen de ‘verengelsing’ in het hoger onderwijs. Het onderwerp is al jarenlang voer voor discussie, aangezien de hogescholen en universiteiten steeds meer naar het Engels als onderwijstaal neigen. Dat is ook logisch, aangezien internationalisering steeds geliefder is en Engels zich tot de lingua franca van veel onderzoeksgebieden heeft ontwikkeld. Daartegenover staat de zorg dat de ‘verengelsing’ van het onderwijs ten koste gaat van de Nederlandse (wetenschaps-)taal en cultuur en deze angst werd bevestigd, doordat de Vrije Universiteit op 23 februari jl. bekendmaakte dat de universiteit haar bachelorstudie Nederlands gaat schrappen. De beheersing van een taal is het middel om de bijbehorende cultuur te leren begrijpen. Ook de vrees dat Nederlandse hoger opgeleiden geen academische onderwerpen meer kunnen bespreken in de eigen taal lijkt reëel, daarvoor zal dan in de toekomst uitgeweken moeten worden naar het Engelse vocabulaire. En dat zijn negatieve consequenties, dat is zeker.
Goedkoper in het buitenland studeren
Wat tegen deze ontwikkelingen in gaat, is het feit dat Nederlandse studenten niet geneigd zijn om het Nederlandse taalgebied te verlaten. Weinig Nederlanders studeren over de grens en als ze dat dan al doen, dan in Vlaanderen en daar wordt tenslotte ook Nederlands gesproken. De meest genoemde reden hiervoor is de mogelijkheid om relatief goedkoop te studeren.
Toch roept deze redenering bij mij vraagtekens op: ik weet toevallig uit eigen ervaring dat studeren in Duitsland nog veel goedkoper is. Waarom gaan Nederlandse studenten dan amper naar onze oosterburen (en zijn ze andersom juist veel bij ons te vinden)? Een speurtocht door het internet en een belletje met onze collega’s aan de andere kant van de grens bracht me tot de volgende conclusie: ondanks dat Duitsers wel degelijk met ‘verengelsing’ van hun onderwijsinstellingen kampen en hier ook ophef over bestaat (de instantie ADAWIS, Arbeitskreis Deutsch als Wissenschaftssprache, houdt zich er volop mee bezig), wordt bij de meeste opleidingen Duits als omgangstaal gehandhaafd en wordt van internationale studenten verwacht dat zij zich hieraan aanpassen. Dit schrikt de doorsnee Nederlandse student al bij voorbaat af en mochten er één of twee nog zo dapper zijn om het toch te willen proberen, dan is er altijd nog de harde eis dat de student Duits op C1-niveau moet spreken om toegelaten te worden tot de desbetreffende studies en dat halen de meesten simpelweg niet. Ter info: het C1-niveau in het Common European Framwork of Reference betekent ‚vaardig gebruiker‘.
‘Vereuropeanisering’
Natuurlijk kan er gezegd worden dat Duits als wetenschapstaal veel meer wordt gebezigd en dat meertaligheid binnen Europa moet worden gestimuleerd, maar zo’n harde maatregel is in het kader van de gewenste internationalisering en globalisering niet gewenst. Het schrikt eerder af en Duitsland wordt niet eens meer meegenomen in de afwegingen van de Nederlandse aankomende student, terwijl er toch zoveel te halen valt bij de oosterburen.
Wat dat betreft is onze ‘verengelsing’ een groot goed, zolang er ook maar ruimte blijft voor ‘vereuropeanisering’ en er aandacht is voor andere talen dan Engels, zoals het Duits, het Frans en last but not least ons eigen geliefde Nederlands.
Annick Bakker is projectmedewerker bij het Rijnland Instituut en Lecturer German aan NHL Stenden.