Blog: Drie tips hoe u eenvoudig en gemakkelijk uw woordenschat kunt uitbreiden

Blog: Drie tips hoe u eenvoudig en gemakkelijk uw woordenschat kunt uitbreiden

Wat heeft een taal leren met sporten te maken? Een blog van Alexandra Koch

Ik ben een tijdje geleden in Londen geweest. Zo maar. Mijn Engels is aardig vastgeroest. Hoewel ik voor de reis alvast enkele belangrijke zinnen had bedacht, was het voor mij soms lastig echt uit mijn woorden te komen. Waarom? Mijn hersenen zijn getraind op Nederlands-Duits-Nederlands. De hersenen werken als een spier – train je niet, dan wordt de spier slap. Dat betekent dat ik als  ik Engels wil praten en dit ook nog op een fatsoenlijk tempo, ik wel de juiste Engelse zin in mijn hoofd heb, maar deze vervolgens half Nederlands uitspreek.

Tegen dit soort problemen lopen mijn cursisten ook vaak aan: Zij willen iets in het Duits zeggen maar er dringt altijd nog een Engels woordje tussendoor, omdat ze in hun dagelijkse werkzaamheden vaker Engels dan een andere vreemde taal spreken.

Vastgeroest? Begin langzaam met opbouwen!

Tip 1 – tempo omlaag

Neem het spreektempo terug en denk na over wat je wilt zeggen.

Tip 2 – luisteren en nadoen

Door goed te luisteren wat een ander zegt, kun jw heel veel woorden leren. Daarmee bouw je ook je passieve woordenschat op; de woordenschat die je niet actief gebruikt maar waarmee je wel heel veel gesproken of geschreven teksten kunt begrijpen. Verder kun je door goed naar de gesprekspartner te luisteren, in je antwoord enkele woorden van hem overnemen. De praktijk volgt het principe van voordoen en nadoen.

Enkele voorbeelden

Wie geht es IhnenMir geht es gut! (Ihnen/ mir -> 3e naamval)
Wir haben hier eine wunderbare Umgebung. Ja, das stimmt, die Umgebung ist wirklich wunderbar. (eine = die)
Können Sie mich mit Herrn XY verbinden? Ja, das ist kein Problem, ich verbinde Sie. (mich/Sie -> 4e naamval)
Das Restaurant XY ist wirklich ausgezeichnet. Ja, wir haben auch ausgezeichnet gegessen.
Ist Herr XY schon nach Hause gegangen oder hat er einen Termin? Herr XY hat einen Termin. (Termin = afspraak)
Kann ich etwas ausrichten oder möchten Sie warten? Ich möchte bitte warten. Bij de volgende gelegenheid kunt u aangeven: “Könnten Sie bitte etwas ausrichten?” (een bericht doorgeven)

Tip 3 – opslaan en herhalen

Vallen je bijzondere woorden of uitdrukkingen op? Maak snel een notitie, spreek ze op uw smartphone in of verzamel ze in een klein Excelbestandje op uw computer. Door ze op te schrijven heb je ze al een keer herhaald. Vanaf nu probeer je de verzamelde woorden zo vaak mogelijk te gebruiken. Maak een schema (3x per dag of 3x per week) – het moet vooral bij je passen! In het geval van taal oefenen zijn meerdere korte oefeningen beter dan een enkele keer heel lang oefenen.

Net als bij de oefeningen in de sportschool… Je spieren worden pas door de herhalingen sterk.

Alexandra Koch woont sinds 2004 in Nederland en heeft in Enschede haar eigen trainings- en vertaalbureau Alexandra Koch training & vertaling opgericht. Ze helpt Nederlanders om beter te worden met hun Duitse zakelijke taalgebruik.  Dit doet ze door veel privé of in-company trainingen te organiseren voor zakelijke doeleinden. Haar insteek is om trainingen zo praktisch mogelijk te houden. Ze helpt cursisten te durven, te doen en hun fouten te herkennen. Het geheim? Gewoon dóen. Dat is de kern van haar trainingen.  

X