Spelenderwijs al in de kleuterklas met de Duitse taal in aanraking komen, Duits-Nederlandse scholenuitwisselingen, lesmateriaal voor buurtaalonderwijs, culturele uitstapjes in het buurland: zomaar een paar thema’s waar de ruim 100 docenten tijdens de 27e EDR-Studiedag met elkaar over van gedachten wisselden. Tijdens deze dag konden zowel Duitse als Nederlandse docenten nieuwe contacten leggen, workshops volgen over grensoverschrijdende onderwijsprojecten en naar interessante voordrachten luisteren. Genoeg stof om na afloop weer met frisse moed en nieuwe ideeën naar huis te gaan.
De burgemeester van Meppen, Helmut Knurbein, heet aan het begin van de bijeenkomst alle deelnemers welkom. Hij onderstreept dat een “Blick über den Tellerrand” zeer waardevol is: door ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk uit te wisselen, komen docenten tot nieuwe inzichten en kennis. Vervolgens kreeg Joke van Leeuwen het woord. Van Leeuwen ontving voor haar kinderboeken al diverse prijzen, maar ook als auteur van romans voor volwassenen heeft ze naam gemaakt. Daarnaast illustreert ze haar eigen boeken en is ze cabaretière. Ze daagde de aanwezigen met behulp van diverse voorbeelden uit om “andersom te kijken en denken”. Dit principe past ze ook toe in haar eigen boeken. Volgens Van Leeuwen draagt het aannemen van een ander perspectief bij aan wederzijds begrip.
Haat-liefdeverhouding
Vervolgens ging Prof. Dr. Friso Wielenga, directeur van het Centrum voor Nederland-Duitsland Studies aan de Wilhelms-Universität Münster, in op de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland vanuit historisch perspectief. Hij schetste in zijn voordracht ‘Buren tussen nabijheid en distantie’ met veel humor een overzicht van de ontwikkeling van de relatie tussen Nederland en Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. In deze haat-liefde verhouding speelden vanaf 1945 onder meer de watersnoodramp, het huwelijk van Beatrix en Claus, de Duitse president Gustav Heinemann en natuurlijk voetbal een grote rol. Zowel Joke van Leeuwen als Prof. Dr. Friso Wielenga benadrukten in hun voordrachten dat de buurtaal voor cultureel begrip een grote rol speelt en als het ware een rode draad vormt ten aanzien van de Nederlands-Duitse betrekkingen.
Praktijkgerichte workshops
Deze rode draad was ook duidelijk zichtbaar tijdens de verschillende workshops die gegeven werden tijdens de EDR-Studiedag. In de workshop ‚The Majority Approach‘ legde Jasmijn Bloemert (Rijksuniversiteit Groningen) een innovatief didactisch model uit waarmee, vanuit vier perspectieven, literaire teksten in klassen bekeken worden. Dr. Frauke Gruben van de Universiteit van Vechta presenteerde de basisprincipes voor het schrijven van studieboeken middels de ‚Easy Language‘ methode. Peter Geerdink en Lea Timmer vertelden over de mogelijkheden van het project ‚Vroege Buurtaal!‘. Zij zetten zich er voor in om Nederlands en Duits als vakken aan te bieden op basisscholen in de grensregio. Ook alternatieve onderwijsvormen kwamen aan bod, bijvoorbeeld in de workshop genaamd ‚Circusspelletjes en -oefeningen in de les ter ondersteuning van intellectuele, lichamelijke en sociale competenties‘. Onder begeleiding van Diana Trautsch van het Theatereducatiecentrum Lingen, werden de studiedagdeelnemers in een circustent zelf aan het werk gezet.