Den Haag wil meer inzicht in grensoverschrijdende belemmeringen

Een afvaardiging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat was op 20 februari jl. op bezoek bij het Limburgse samenwerkingsplatform ‚Limburg Economic Development‘ (LED) in Sittard. In een interactieve sessie met Limburgse ondernemers probeerde de Haagse delegatie meer zicht te krijgen op obstakels waarmee bedrijven die grensoverschrijdend willen ondernemen te maken hebben.

Vijf Limburgse ondernemers waren aanwezig tijdens de bijeenkomst: Maikel Kempen (Roderland, Kerkrade), Bart Reijnen (Ferchau, Aken), Wilma Leenaerts (Leenaerts Born) en Davy Fuchs en Marco Smits (beiden Arion, Aken/Heerlen). Zij waren het erover eens dat grensoverschrijdend ondernemen vraagt om doorzettingsvermogen, want makkelijk gaat het vrijwel nooit. Belangrijke grensbelemmeringen die werden genoemd zijn het 183-dagen criterium, de bestuursaansprakelijkheid in Duitsland, het voeren van dubbele administraties en zware liquiditeitseisen. Het woud aan regels maakt het er ook niet beter op. Dat het desondanks goed zakendoen is in Duitsland heeft alles te maken met de kansen die de grote Duitse markt biedt, de degelijkheid en kwaliteit, de cultuur van samenwerken en afspraak is afspraak. Men het erover eens dat het beter en gemakkelijker moet kunnen. Oplossingen die werden genoemd zijn: kennis over zakendoen in Duitsland en best practices beter delen, informatie minder versnipperd aanbieden en waar mogelijk praktische bi-regionale oplossingen zoeken.

Eurostad

LED greep de gelegenheid aan om de Haagse delegatie bij te praten over het project Eurostad, dat zich richt op structurele samenwerking tussen de vijf grensregio’s. “Het weliswaar goed met de euregio, maar dat kan nog veel beter als er structureel over de grenzen heen wordt samengewerkt,” stelt Wim Weijnen, lid van het kernteam van LED, vast.  Maar hoe dan?  “Het is tijd om de discussie om te draaien. Niet meer praten in termen van knelpunten, maar over toegevoegde waarde en potentie.” Volgens Weijnen scoort de Euregio Maas-Rijn zeer hoog als het gaat op patenten. “De afgelopen 15 jaar is het aantal patenten verdubbeld. Dat zegt wel wat over de innovatiekracht van deze regio. Door te gaan denken en werken in ketens van innovatie en technologie (in plaats van in sectoren) kunnen bedrijven en kennisinstellingen met elkaar worden verbonden en samenwerken waardoor de innovatiekracht verder toeneemt.”

Innovatieketens

Weijnen vertelt verder dat het Zwitserse bureau BAK Basel binnenkort de opdracht krijgt om ketens van technologie in de Euregio Maas-Rijn in kaart te brengen, uit te zoeken welke technologieën leidend zijn, welke bedrijven en kennisinstellingen daarbij horen en die met elkaar te verbinden. Het doel: kansen identificeren en beter pakken. Kansen lijken er volgens hem vooral te liggen op het gebied van e-mobility, ICT en life sciences. Weijnen: “Veel is mogelijk, maar alles begint uiteraard bij de ambitie en de wil om samen complementair te zijn.”

Lees verder op de website van Limburg Economic Development.