Kategorien News

Duitsers zamelen geld in voor gratis coronatests voor Nederlandse grenspendelaars

Sinds afgelopen dinsdag moet vrijwel iedereen die vanuit Nederland naar Duitsland reist een negatieve coronatest kunnen laten zien – ook mensen die in Nederland wonen en in Duitsland werken. Omdat deze tests in Nederland niet gratis zijn, worden grenspendelaars met hoge kosten opgezadeld. Daarom zamelen honderden mensen en bedrijven uit Duitsland nu geld in, zodat Nederlandse grenspendelaars zich gratis kunnen laten testen. Op de website Holland in Not is te zien dat op vrijdagmiddag 9 april al bijna 20.000 euro ingezameld is.

Inwoners van Duitsland kunnen één keer per week kosteloos een gratis sneltest laten doen. Voor inwoners van Nederland die in Duitsland werken, geldt dat niet. Oneerlijk, vinden de initiatiefnemers van Holland in Not, omdat deze mensen bijdragen aan het succes van de Duitse bedrijven en tevens belasting betalen in Duitsland. Op 8 april zetten zij daarom deze website op.

Met het opgehaalde geld kunnen de tests van Nederlandse grenspendelaars gefinancierd worden. Deze worden afgenomen op verschillende Duitse testlocaties langs de grens, vooral in de Duitse regio’s die aan de Achterhoek grenzen. Een testlocatie krijgt 5 euro voor elke Nederlander die er getest wordt. Hiermee worden de kosten ruim gedekt: de inkoopprijs voor een sneltest is namelijk iets meer dan 4 euro. De uitslag is binnen een uur bekend en de geteste persoon ontvangt deze op zijn telefoon.

“Corona kent geen grenzen”

De ingezamelde bedragen liggen tussen de 5 en 1.000 euro, met als uitschieter 10.000 euro van Tobias Groten, CEO van softwarebedrijf Tobit uit Ahaus. Het bedrijf maakte de corona-app Chayns, waarmee mensen een afspraak voor een test kunnen maken. Peter Sommer, marketingmedewerker bij Tobit: “Als de Nederlandse en Duitse regering niets doen om elkaar als buren te helpen, moeten we zelf maar in actie komen. We zijn immers één Europa, zonder grenzen, en corona kent ook geen grenzen. Tobias vindt het belangrijk daarbij het goede voorbeeld te geven.”

Lees verder bij De Gelderlander.