Onlangs is Ulrich Francken, burgemeester van Weeze, tot nieuwe voorzitter van de Euregio Rijn-Waal gekozen. Hij neemt na vier jaar het stokje over van Hubert Bruls, de burgemeester van Nijmegen, die na vier jaar voorzitterschap van de Euregio Rijn-Waal nu weer vicevoorzitter is geworden. Genoeg aanleiding voor een dubbelinterview in Boscafé Merlijn, op de grens tussen Nederland en Duitsland.
Bij een kop thee, een plak verse cake en een knapperend haardvuur vertellen de burgemeesters in afwisselend Nederlands en Duits over hun plannen voor de komende vier jaar. “Onlangs hebben de Nederlandse regering en de regering van Noordrijn-Westfalen elkaar in Düsseldorf ontmoet. Daar werden vier thema’s besproken die op dit moment hot zijn binnen de Nederlands-Duitse betrekkingen: arbeidsmarkt, onderwijs, verkeer en infrastructuur, en veiligheid”, aldus Bruls. Die onderwerpen blijven ook de komende jaren erg belangrijk. “Op het gebied van onderwijs gebeurt bijvoorbeeld heel veel”, zegt de nieuwe vicevoorzitter. “De Nederlandse ROC’s en de Duitse Berufkollegs voeren steeds meer gezamenlijke projecten uit, en dit jaar wordt er voor het eerst een grensoverschrijdende wedstrijd tussen scholen georganiseerd.”
Op praktisch gebied verschil maken
Wat betreft de grensoverschrijdende arbeidsmarkt is er één ding waar (potentiële) grensgangers tegenaan blijven lopen: de sociale zekerheid. De systemen zijn in beide landen nu eenmaal anders en volgens de Nijmeegse burgemeester zal dat ook altijd zo blijven. “Tijdens mijn tijd in de Tweede Kamer heb ik geleerd dat je veel geduld moet hebben wanneer je dingen wil veranderen”, zucht Bruls. “Het aanpassen van een wet kan zomaar drie jaar duren. En wanneer de nieuwe wet dan eindelijk in werking getreden is, is deze alweer door de actualiteit ingehaald. En dan heb ik het nog niet eens over het feit dat Duitsland meer buurlanden dan alleen Nederland heeft waarmee onze oosterburen rekening moeten houden.” Op welke manier kan de Euregio hier een verschil maken? “Op praktisch gebied”, aldus Bruls. “Wij kunnen werkgevers, werknemers en scholen bij elkaar brengen, we kunnen informatie over culturele verschillen op de werkvloer geven. En we kunnen grensgangers advies geven in de vorm van de GrensInfoPunten.”
Zaken op de agenda zetten
“Europa leeft nergens zo sterk als in de grensstreek, en daarom moeten we vooral pragmatisch denken en praktische oplossingen bieden”, vult Francken aan. “Kijk bijvoorbeeld naar de gezondheidszorg. In sommige grensregio’s is het zo geregeld dat wanneer er in Nederland een ongeluk gebeurt, er een Duitse ambulance heengaat, en vice versa. Maar Duitse ambulanceverpleegkundigen mogen geen injecties geven, in tegenstelling tot de Nederlandse collega’s. Wat doe je dan in een levensbedreigende situatie? Zulke zaken moeten in juridisch opzicht gewoon geregeld worden. En daarmee zijn we goed op weg: steeds meer Duitse ambulanceverpleegkundigen zijn nu ook gekwalificeerd om injecties te geven.” “En dat is de taak van de Euregio: wij moeten zulke thema’s aankaarten. Wanneer wij dat niet doen, doet niemand het” zegt Bruls. “Wij zijn degenen die aan de bal moeten blijven. Totdat het geregeld is.”
Grensoverschrijdend herdenken
Wat staat er de komende tijd allemaal op de agenda? “Niet geheel verrassend willen we vooral doorgaan met de dingen waarmee we begonnen zijn. Daarnaast gaat in 2021 de nieuwe INTERREG-fase van start”, antwoordt Bruls. “Dan kunnen er weer veel nieuwe projecten opgestart worden. En volgend jaar is een heel belangrijk herdenkingsjaar. In 2019 is het namelijk 75 jaar geleden dat Zuid-Oost-Nederland bevrijd werd.” Er wordt daaromheen veel georganiseerd en ook de Euregio Rijn-Waal doet mee, zodat Nederlanders en Duitsers samen kunnen herdenken. Bruls sluit af: “Nederlanders en Duitsers kunnen het beter dan ooit met elkaar vinden. Wie had dat 75 jaar geleden gedacht?”