Kategorien Mobility News

Fictieve gemeente EMOJI moet Nederlanders en Duitsers verbinden

De gemeenten Emmerich, Montferland en Oude IJsselstreek willen nauwer gaan samenwerken en hun inwoners met elkaar verbinden. Gezamenlijk vormen zij de nieuwe ‘gemeente’ EMOJI: afgeleid van de beginletters van de gemeenten. Daarnaast staat het woord voor communicatie en trekt het de aandacht – precies wat de gemeenten willen bereiken in hun streven naar grensoverschrijdende samenwerking.

EMOJI is een initiatief van Christa van Dee, ‘grensmakelaar’ uit het Nederlandse Netterden nabij ’s-Heerenberg en Emmerich, en Tim Terhorst, ambtenaar bij de gemeente Emmerich. Samen organiseerden zij in september 2022 een seminar voor vertegenwoordigers van de drie gemeenten, waarbij grensoverschrijdende samenwerking centraal stond. Zo werd onder andere gesproken over initiatieven die ertoe moeten leiden dat inwoners uit de verschillende gemeenten elkaar vaker opzoeken en nader tot elkaar komen.

Obstakels uit de weg ruimen

Hoewel er al sprake is van grensoverschrijdende economische samenwerking en er in de regio bijvoorbeeld ook een jaarlijks succesvolle Smokkeltocht wordt georganiseerd, is dit nog niet voldoende. De gemeenten en hun inwoners zouden elkaar op nog veel meer vlakken moeten kunnen opzoeken, zonder hierbij gehinderd te worden door (taal)grenzen. Op het gebied van openbaar vervoer zijn bijvoorbeeld al de eerste succesvolle grensoverschrijdende stappen gezet. Waar het eerst niet mogelijk was om met een Nederlandse ov-chipkaart in te checken op grensstations in Emmerich, Elten of Praest, is dit nu na een pilot wel het geval. Ook vindt er in de zomer een groot schutterstoernooi tussen de schutterijen van Emmerich, Montferland en Oude IJsselstreek plaats, waarbij de inwoners elkaar kunnen ontmoeten.

“EMOJI moet een begrip worden,” concluderen Van Dee en Terhorst. “Ons doel is mensen in ons grensgebied ervan bewust te maken dat samen optrekken, ook op microniveau, alleen maar voordelen met zich meebrengt. Dat we met elkaar iets willen en kunnen, zonder dat regels, geld en taal dit frustreren.”