Ondernemers die hun bedrijf in Nederland hebben en wonen in het buitenland, krijgen van de Nederlandse regering nog steeds geen inkomensondersteuning. Wel is de bestaande TOZO-regeling (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers) uitgebreid naar het kunnen krijgen van een bedrijfskrediet. Deze aanpassing heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Tamara van Ark, getroffen na een lobby van alle grensgemeenten en Kamervragen. Voor ondersteuning van levensonderhoud verwijst ze naar het woonland. Echter, de regelingen in Duitsland en België voorzien daar niet in. Hierdoor vallen de grensondernemers tussen wal en schip.
Het gaat naar schatting om ongeveer 1300 ondernemers woonachtig in Duitsland en meer dan 10.000 in België. Ook in Twente zijn er enkele tientallen ondernemers die in Duitsland wonen, maar in Nederland hun bedrijf hebben.
Arjan Kampman, wethouder van Enschede en portefeuillehouder arbeidsmarkt van de Regio Twente, maakt zich grote zorgen over deze groep: “Het water staat velen aan de lippen. Ik weet niet hoelang sommigen het nog volhouden. Het is natuurlijk mooi dat de staatssecretaris de TOZO heeft verruimd, maar nu ook nog het laatste stapje. Daar blijven alle grensgemeenten samen voor knokken. We hebben deze ondernemers straks ook hard nodig als de economie weer op gang komt.”
Uit vragen om hulp die bij de gemeenten binnenkomen blijkt de grote onduidelijkheid waarmee deze zzp’ers te maken hebben. Tevens verkeren ze in hoge nood na wekenlang geen of nauwelijks omzetten te hebben gedraaid. Het is voor de ondernemers extra zuur, omdat ze wel gewoon belasting en premies betalen in Nederland. Nederlandse ondernemers, meestal zzp’ers, komen in Duitsland niet in aanmerking komen voor de zogenaamde ‘Soforthilfe’, omdat hun bedrijf niet in Duitsland gevestigd is. Dat betekent dat men in zulke gevallen wordt verwezen naar de bijstand (Hartz IV), waarin bepalingen zijn opgenomen over vermogen en inkomen van een partner. Voor Nederlanders die een beroep doen op de TOZO-regeling zijn die niet van toepassing. Daar komt nog bij dat in het buitenland geldt dat men pas een beroep op het sociale vangnet kan doen als men tenminste vijf jaar in het betreffende land woont.