Kategorien News

Groen licht voor ‚groen‘ bio-economie project

Het grensoverschrijdende project ‚Bio-economie in de Non-Food sector‘ kan van start gaan. Er is 7,8 miljoen euro beschikbaar gesteld, mede dankzij de subsidiëring van de Europese unie in het kader van het INTERREG V A samenwerkingsprogramma. Door het project wordt het midden- en kleinbedrijf gestimuleerd om te innoveren.

De CO2-reductie is een belangrijk thema in het project ‚Bio-economie in de Non-Food sector‘.  In dit project worden onder andere de toepassing van reststromen uit de landbouw en de glastuinbouw voor verschillende sectoren  onderzocht.  Het doel is om nieuwe materialen te ontwikkelen, waarbij grondstoffen gespaard worden en het milieu wordt ontzien.

Innovatieve bedrijven, die op deze markt actief zijn of actief willen worden, en gevestigd zijn in het Nederlands-Duitse grensgebied, kunnen worden ondersteund. Het project richt zich op 4 speerpunten: nieuwe materialen en innovatieve producten, nieuwe groene routes, biobased producten voor de woningbouw, en kennistransferprojecten. Het midden- en klein bedrijf zal met kennisinstellingen nieuwe biobased producten en toepassingen ontwikkelen. Diverse projecten zijn reeds gepland. Daarnaast worden financiële middelen beschikbaar gesteld voor 25 nieuw te ontwikkelen, innovatieve projecten: haalbaarheidsstudies, productieketenontwikkeling en kennistransferprojecten.

Team EDR project
Veel spelers uit de wetenschap en het bedrijfsleven werken samen in het bio-economie project.

Alle lijnen van de projectcoördinatie komen samen bij het grensoverschrijdend openbaar lichaam de Eems Dollard Regio (EDR). Toonaangevende deelnemers aan het project zijn het Kompetenzzentrum 3N in Werlte, de Hochschule Osnabrück/ Lingen, de NOM in Groningen en Stenden Hogeschool in Emmen.

Voor het project stelt de Europese unie 3,9 miljoen euro ter beschikking. Dankzij de cofinanciering van het Land Niedersachsen, het Ministerie van Economische Zaken, evenals de Nederlandse provincies Drenthe, Flevoland, Fryslân, Gelderland, Groningen, Noord-Brabant en Overijssel en de eigen bijdrage van de deelnemende partners kan gezamenlijk 7,8 miljoen euro geïnvesteerd worden.