Persoonlijke ontmoetingen liggen aan de basis van vriendschappen en langdurige samenwerking – ook over de grens. Lorenz Dik, projectcoördinator bij de EUREGIO in Gronau, houdt zich bezig met de organisatie van kleinschalige ontmoetingen tussen inwoners van de grensregio. Hiervoor is het Kaderproject binnen het INTERREG V-programma in het leven geroepen. Het Kaderproject heeft in de afgelopen zeven jaar grensoverschrijdende projecten tussen Nederland en Duitsland op kleine schaal mogelijk gemaakt, dankzij subsidies van de Europese Unie. Via een laagdrempelige procedure kon een aanvraag worden ingediend bij de EUREGIO, die de coördinatie van het Kaderproject ‘People-to-People’ op zich nam. Op 7 december 2022 werd er met ongeveer tachtig aanwezigen teruggeblikt op de successen en het belang van dit soort kleine projecten voor de grensregio.
Op de afsluitende bijeenkomst bij Saxion Hogeschool in Enschede werd gesproken over het potentieel van kleine projecten voor de grensregio. Prof. dr. Jacco Pekelder, directeur van het Zentrum für Niederlande-Studien van de Westfälische Wilhelms-Universität in Münster, hield een betoog voor meer bewustzijn over de waarde die de grensregio heeft en de kansen die deze biedt.
Jan-Christoph Tonigs gaf namens de Bezirksregierung Münster aan de hand van inspirerende actuele voorbeelden zijn visie op de kansen die het leven in de grensregio biedt. Daarbij is het uitgangspunt dat de grens in de EUREGIO uiteindelijk geen rol meer speelt. Hoe grenzen kunnen vervagen, wordt ook zichtbaar op de kaart van het programmagebied van het Interreg-subsidieprogramma. Hierop staan de verschillende regio’s langs de Nederlands-Duitse grens zonder dat de grens daadwerkelijk op de kaart is getekend. “Het zou mooi zijn als dit in de hoofden van de grensbewoners ook zo zou worden waargenomen,” aldus Jan-Christoph Tonigs.
Van Euregio naar Europa
Hoe kleine projecten bijdragen aan een grensregio zonder grenzen, is onderzocht door prof. dr. Gert-Jan Hospers van de Radboud Universiteit Nijmegen. De People-to-People-projecten zijn volgens zijn onderzoek een opstapje naar verdere samenwerking en een springplank voor grotere (Europese) projecten. Ook leiden ze in veel gevallen tot nieuwe ideeën of onverwachte oplossingen. Het opvallendste aan de grensregio’s is echter dat de inwoners als het ware in Europa in het klein leven. Met hun ‘kleine’ samenkomsten laten zij Europa van onderaf groeien.
Kleine projecten, grote resultaten
Sporttoernooien, uitwisselingen tussen scholen, kunstprojecten en korenfestivals met deelnemers uit Nederland en Duitsland zijn voorbeelden van miniprojecten die de afgelopen zeven jaar zijn doorgevoerd binnen het Kaderproject. Er zijn in die periode in totaal 509 miniprojecten met subsidies tot 2.000 euro goedgekeurd. Van de zogenoemde kleine projecten, met een maximale subsidie van 25.000 euro, zijn er in totaal 117 goedgekeurd en doorgevoerd. Zo werd er een bijeenkomst voor een gemeenschappelijke grensoverstijgende logistieke regio georganiseerd, werden mogelijkheden omtrent tweetalige duurzaamheidspodcasts onderzocht en werd er een handboek en informatiebrochure opgesteld, zodat kinderen die regelmatig de grens over gaan voor school ook de juiste zorg kunnen krijgen. Ook kreeg de toneelgroep KING’S MEN subsidie voor grensoverstijgend improvisatietheater. Het resultaat daarvan lieten ze tijdens de bijeenkomst aan het publiek zien. Het totale budget voor alle goedgekeurde projecten binnen het Kaderproject bedroeg bijna twee miljoen euro.
Blik op de toekomst
Tijdens de bijeenkomst werd ook vooruitgeblikt op de komende jaren. Het is binnenkort weer mogelijk om aanvragen voor People-to-People-projecten in te dienen bij de EUREGIO, om zo de band tussen burgers en organisaties in de grensregio verder te versterken. De thema’s zorg, onderwijs en governance zijn nu ook onderdeel van het nieuwe Kleinprojectenfonds. Op die manier is er meer ruimte gecreëerd voor bredere hedendaagse vraagstukken die binnen kleine projecten spelen.
Het INTERREG VA-project ‘Kaderproject Prioriteit II voor het EUREGIO-gebied binnen het INTERREG V-programma’ werd gefinancierd door de Europese Unie. Verder ondersteunden het Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten und Regionale Entwicklung, het Wirtschaftsministerium des Landes NRW en de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland het project.