Nieuwe wet omtrent meertalige kinderopvang

Vanaf 1 januari mogen kinderopvangcentra voor maximaal vijftig procent van de dagelijkse opvangtijd kinderopvang in het Duits, Engels en Frans aanbieden. De Eerste Kamer heeft op 9 november ingestemd met een wetsvoorstel van Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat dit mogelijk maakt. Voor buitenschoolse opvang was dit al langer het geval.

“De wereld wordt steeds internationaler. Daardoor krijgen wijzelf, maar ook onze kinderen, steeds vaker te maken met andere talen. Daarbij geldt: jong geleerd, is oud gedaan”, legt van Gennip uit. “Daarom wil ik kinderen de mogelijkheid bieden om al op de kinderopvang een start te maken met het leren van een tweede taal. Dit helpt bij de ontwikkeling en taalvaardigheid van een kind, én kan een positief effect hebben op de latere arbeidsmarktkansen.”

Grote vraag

Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gebleken dat de vraag naar meertalige kinderopvang groot is. Vooral opvang in het Engels is geliefd, maar in de grensregio’s zijn ook Duits en Frans in trek. Door de kinderen al op de kinderopvang kennis te laten maken met deze vreemde talen, ontstaat er een doorlopende leerlijn met de basisschool.

Voordelen

Uit experimenten die de laatste jaren zijn gedaan, is gebleken dat meertalige dagopvang voordelen biedt voor de kinderen. Wanneer zij maximaal vijftig procent van de tijd worden opgevangen in het Duits, Engels of Frans, heeft dit een positief effect op hun taalontwikkeling. De verdere voorwaarden voor meertalige dagopvang zullen worden uitgewerkt en opgenomen in het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang’. Dit wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 gepubliceerd.