Hoe gedraagt zich de Duitse dagtoerist in Noord-Nederland, en hoe kan hier het beste op ingespeeld worden? Dat onderzocht Suzanne van der Neut, laatstejaars studente van de opleiding European Studies. Ze schreef haar afstudeerscriptie bij het Rijnland Instituut. Haar scriptie gaat over de bezoeken aan de horeca en retail door Duitse dagtoeristen in Groningen, Emmen en Enschede en hoe het beste ingespeeld kan worden op deze doelgroep. Hierbij is onder andere gekeken naar het profiel van de Duitse dagtoerist, wat andere relevante grensgebieden doen om op deze doelgroep in te spelen, hoe Europa het Duitse toerisme in de regio bevordert en wat de horeca en retail in deze steden doen om de Duitse dagtoerist aan te trekken.
Uit de enquête die Van der Neut in de drie steden onder Duitse dagtoeristen heeft afgenomen, is gebleken dat iedere stad een andere doelgroep heeft. Zo trekt Groningen vooral jonge studenten die naar het centrum komen om te gaan winkelen of uitgaan, maar ook mensen van middelbare leeftijd die de stad, en de daarbij horende cultuur, willen ontdekken. Emmen wordt vooral bezocht door gezinnen met jonge kinderen die Wildlands bezoeken of ouderen die hun boodschappen komen doen op de markt. In Enschede komen enerzijds veel jongeren om te winkelen en de lokale horeca te bezoeken, anderzijds mensen van middelbare leeftijd die met vrienden gaan winkelen. Uit deze data zijn er per stad twee persona’s gemaakt. Dit zijn fictieve personen die een omschrijving geven van de doelgroep. Een voorbeeld hiervan is Thimo, die een bezoek brengt aan Emmen.
Uit de enquête is eveneens naar voren gekomen dat de Duitse dagtoeristen het erg prettig vinden als het personeel Duits spreekt en er Duitstalige informatie beschikbaar is. Zo heeft Wildlands een Duitstalige website en heeft Enschede een website die specifiek is gericht op Duitse toeristen, waarop uitgebreide informatie over de winkels en aankomende evenementen gedeeld wordt. Voor velen was dit een extra drijfveer om deze steden te bezoeken.
Toerismestrategieën
Naast het uitzetten van de enquête is er ook gekeken naar de toerismestrategieën van Groningen, Drenthe, Overijssel, het Oostenrijkse Tirol en het Spaanse Navarra. Tirol en Navarra zijn allebei grensregio’s die geliefd zijn onder Duitse toeristen. Uit de strategieën kwam naar voren dat deze gebieden met veel dezelfde problematiek kampen. Zo is er vooral in de vakantieperiodes veel toerisme, waarbij de meeste toeristen naar de bekendste trekpleisters gaan. Dit betekent dat de lokale horeca en retail alleen in een bepaald gebied en in een korte periode profiteren van Duits (dag)toerisme. Samenwerking tussen de vijf gebieden kan leiden tot nieuwe inzichten, waardoor er beter ingespeeld kan worden op Duits toerisme. Daarnaast wordt de Duitse dagtoerist in de toerismestrategieën van Groningen, Drenthe en Overijssel over het hoofd gezien. De focus ligt op toeristen die voor langere tijd verblijven. Echter kan juist de dagtoerist zorgen voor spreiding van het toerisme over het gehele jaar. Het belang van Duits dagtoerisme zou meer belicht moeten worden, aangezien dit een positieve impact heeft op de lokale ondernemingen.
Aansluitend zijn er binnen de Europese Unie goede initiatieven met betrekking tot toerisme. Project EDEN, een initiatief vanuit het Europees Parlement, focust zich bijvoorbeeld specifiek op minder bekende of opkomende toeristische bestemmingen, waaronder het grensgebied. Daarnaast is het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) ook van groot belang voor het grensgebied. Interreg A Deutschland-Nederland vloeit voort uit dit fonds. Vanuit Interreg zijn er veel verschillende projecten die toerisme in het Nederland-Duitse grensgebied stimuleren.
Interviews
Tot slot heeft Van der Neut diverse interviews afgenomen met verschillende horeca- en retailondernemers in de drie genoemde steden. Vooral in Enschede zien de ondernemers het belang van de Duitse (dag)toeristen. Het personeel van de geïnterviewde ondernemingen spreekt redelijk tot goed Duits en sommige winkels passen hun assortiment aan de Duitse doelgroep aan. Een aantal ondernemers gaf aan dat ze zelfs vaste Duitse klanten hebben. In Emmen en Groningen kwam dit iets minder naar voren, waardoor ze klandizie mis kunnen lopen. Daarnaast gaven alle geïnterviewde ondernemers in Groningen, Emmen en Enschede aan dat ze niet op de hoogte waren van de toerismestrategieën van de desbetreffende provincie, waar onder andere wordt beschreven hoe de provincies in willen spelen op Duits toerisme. Het zou een mooie kans zijn voor de provincies en lokale ondernemingen om samen te sparren over een manier om meer Duitse dagtoeristen aan te trekken.
Van der Neut hoopt dat de bevindingen gebruikt kunnen worden in de toekomst. „Ik vond het ontzettend interessant om dit onderzoek te doen. Ik ben veel te weten gekomen over Duits toerisme in de regio Noordoost-Nederland en wat de provincies en Europa doet om deze toeristen aan te trekken“, aldus Van der Neut.