Duitse bedrijven zijn in crisisstand gegaan en hanteren minder lange betalingstermijnen. Dat blijkt uit het vierde betalingsonderzoek onder Duitse bedrijven dat Coface, een van de grootste kredietverzekeraars ter wereld, in juli en augustus 2020 uitgevoerd heeft. In drie delen presenteert AHA24x7.com de resultaten op het gebied van betalingstermijnen en betalingsachterstanden, met tot slot een vooruitblik.
Respondenten
Aan het vierde betalingsonderzoek hebben 753 Duitse bedrijven deelgenomen. Volgens Coface is dit een hoog aantal; in 2019 deden namelijk slechts 442 bedrijven mee. “De groep respondenten is erg divers, wat de waarde van het onderzoek verhoogt”, aldus Christiane von Berg, econome bij Coface en auteur van het onderzoek.
Bijna de helft van de deelnemende bedrijven gaf aan in de maakindustrie actief te zijn. 31 procent was actief in de handel, 17 procent in de dienstensector. “De vraag op welke markt de bedrijven opereren, is een belangrijk gegeven. Deze studie heeft namelijk geen betrekking op het betalingsgedrag in Duitsland, maar op het betalingsgedrag van Duitse bedrijven. 65 procent van de klanten van de respondenten doet zaken op de Duitse markt; de resterende 35 procent deels of volledig in het buitenland. Het is belangrijk om dit onderscheid te maken, omdat buitenlandse klanten soms ander betaalgedrag vertonen”, legt Von Berg uit.
Aan de hand van de omzet van de deelnemende bedrijven is gemeten hoe groot de bedrijven zijn. Deze cijfers lopen volgens Von Berg zeer uiteen. 26 procent heeft een omzet van minder dan 5 miljoen euro, terwijl 11 procent van de deelnemende bedrijven een omzet van meer dan 100 miljoen euro heeft. “We moeten goed op de kleine bedrijven letten”, zegt Von Berg. “Voor kleine bedrijven zijn veel betalingsachterstanden al snel een probleem, omdat dit grote invloed op de omzet kan hebben.” Dit leidt tot de volgende conclusie: hoe meer kleine ondernemingen in het onderzoek voorkomen, des te minder betalingsachterstanden komen er voor.
Ook de vraag naar de sectoren waaruit de deelnemende bedrijven afkomstig zijn, laat veel diversiteit zien. 16 procent is actief in de detailhandel, 13 procent in de metaalsector, 11 procent in de bouw en 10 procent in de machinebouw. De grootste groep, 21 procent, gaf aan actief te zijn in een andere sector dan de genoemde sectoren.
Minder betalingstermijnen
Bij de betalingstermijnen is een interessante ontwikkeling te zien. Een betalingstermijn is de periode tussen de aankoop van een product of dienst en het moment waarop de rekening hiervan betaald dient te zijn. 62 procent van de respondenten geeft aan in 2020 een betalingstermijn te hanteren. “Dat is opvallend”, zegt Von Berg. “In de vorige onderzoeken, in 2016, 2017 en 2019, was dit percentage namelijk steeds meer dan 80 procent. We kunnen niet met zekerheid zeggen of dit door de coronacrisis veroorzaakt wordt, of dat het een nieuwe norm is. Dat zal de komende jaren pas duidelijk worden.”
Het is belangrijk om hier een onderscheid te maken tussen bedrijven die actief zijn op de Duitse markt en bedrijven die vooral op de buitenlandse markt opereren. “Van de bedrijven die hoofdzakelijk exporteren, heeft nog steeds 80 procent een betalingstermijn. Bij ondernemingen die op de Duitse markt actief zijn, is dit percentage naar 56 procent gedaald”, legt Von Berg uit. De laatstgenoemde groep bedrijven is zeer voorzichtig; dat er minder betalingstermijnen gehanteerd worden, wordt vooral door hen veroorzaakt.
Voorkeur voor kortere krediettermijnen
In Duitsland is er traditioneel sprake van vooral korte leverancierskredieten tussen 0 en 60 dagen. Dat bleek ook uit het onderzoek: zowel in 2020 als in 2019 gaf 87 procent van de respondenten aan dat bij hen de betaling binnen 60 dagen voldaan moet zijn. Volgens Von Berg zijn er echter ook verschillen tussen de onderzoeken uit 2019 en 2020. “De verdeling is veranderd. In 2019 waren er ongeveer evenveel bedrijven die korte betalingstermijnen hebben (tussen 31 en 60 dagen) en bedrijven die zeer korte betalingstermijnen hanteren (tussen 0 en 30 dagen). In 2020 was er een verschuiving zichtbaar: de helft van de respondenten gaf in 2020 aan betalingstermijnen tussen 0 en 30 dagen aan te bieden.” Het percentage bedrijven dat betalingstermijnen tussen 61 en 90 dagen aanhoudt, is in 2019 en 2020 met respectievelijk 9,5 en 8,5 procent bijna gelijk gebleven. Ook lange betalingstermijnen, van meer dan 120 dagen, blijven uitzonderingen die vooral in de machinebouw en de detailhandel aangehouden worden. (Tekst loopt door na de afbeelding)
Grote verschillen tussen sectoren
Gemiddeld 87 procent van de deelnemende bedrijven wil dat betalingen binnen 60 dagen voldaan worden. Er zijn echter verschillen, die teruggevoerd kunnen worden op de verschillende branches. Alle bedrijven in de bouw gaven bijvoorbeeld aan een betalingstermijn tussen 0 en 30 dagen te hanteren. Het gemiddelde in deze branche ligt dan ook op 15 dagen. Daarnaast is opvallend dat met 25 en 20 procent een relatief groot deel van de bedrijven in de auto-industrie en de ICT-sector aangeeft middellange betalingstermijnen tussen 61 en 90 dagen aan te houden. Dit verklaart waarom de auto-industrie met een gemiddelde betalingstermijn van 43,8 dagen de meest genereuze sector is.
“Er is een verkorting van de betalingstermijnen zichtbaar”, aldus Von Berg. De gemiddelde betalingstermijn is drie dagen korter geworden: van 36,8 dagen in 2019 tot 33,5 dagen in 2020. Von Berg wijst er echter op dat deze gemiddelde betalingstermijnen niet te letterlijk genomen moeten worden, maar eerder als indicatie. “Deelnemers konden kiezen tussen meerdere antwoordcategorieën: 0-30 dagen, 31-60 dagen, 61-90 dagen, 91-120 dagen en meer dan 120 dagen. Dat was een bewuste beslissing. Het werken met categorieën als antwoordmogelijkheden heeft echter ook invloed op de gemiddelde betalingstermijn. Alle deelnemende bouwbedrijven gaven bijvoorbeeld aan een betalingstermijn tussen 0 en 30 dagen te hanteren. Daarom ligt het gemiddelde hier automatisch in het midden, op 15 dagen, terwijl het gemiddelde in werkelijkheid ook hoger of lager dan 15 dagen kan liggen.”
Dat de gemiddelde betalingstermijn drie dagen korter is geworden, is te wijten aan veranderingen in de sectoren. In de meeste branches zijn de betalingstermijnen korter geworden. De grootste afname is te zien in de farmacie, waar de gemiddelde betalingstermijn van 49,6 dagen in 2019 met 18 dagen is gedaald tot 31,4 dagen in 2020. In de bouw is de gemiddelde betalingstermijn bijna gehalveerd: van 31,4 dagen in 2019 tot 15 dagen in 2020. En in de transportsector is de gemiddelde betalingstermijn bijna twee weken korter geworden: van 41 dagen in 2019 tot 27,5 dagen in 2020. Andere sectoren komen hun klanten met langere betalingstermijnen juist tegemoet. Zowel in de ICT-sector als in de machinebouw zijn de betalingstermijnen iets langer geworden. In de auto-industrie zijn de betalingstermijnen het langst: daar nam de gemiddelde betalingstermijn van 39 naar 43,8 dagen toe. De grootste stijging is echter te zien in de sector Agrarisch-Levensmiddelen-Hout: van 28,8 dagen in 2019 naar 35,5 dagen in 2020.
Redenen voor betalingstermijnen
De antwoorden van de deelnemende bedrijven laten zien dat er veel onzekerheid omtrent de coronacrisis bestaat. Dat blijkt vooral uit het feit dat minder bedrijven met betalingstermijnen zijn gaan werken. En wanneer ze dat doen, zijn ze korter dan in voorgaande jaren. Dit kan als een signaal voor de onzekerheid worden gezien, die ervoor zorgt dat bedrijven hun rekeningen sneller betaald willen zien. Op de vraag waarom ze betalingstermijnen aanhouden, antwoordt de meerderheid van de bedrijven dat dit standaard is op de markt. “Daarnaast speelt ook de liquiditeit van de klant een rol. Men merkt dat sommige klanten niet meer zo snel kunnen betalen. Het percentage respondenten dat dit antwoord gaf, is van 15,8 naar 22,5 procent gestegen”, legt Von Berg uit. “Wat mij echter positief stemt, is dat het vertrouwen in de klanten gestegen is.”