Tussen oktober 2021 en september 2022 deed het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) een grootschalig onderzoek naar internationale bezoekers in Nederland. Hierbij onderzochten zij zowel dag- als verblijfsbezoeken. Hoeveel bezoekers zijn er en waar komen zij vandaan? Waar verblijven ze, en waarom kiezen ze voor een bezoek aan Nederland? Hoe zit het met dag- en verblijfsbezoeken vanuit Duitsland? Onlangs publiceerde het NBTC de uitkomsten van dit onderzoek onder de titel ‘De internationale bezoeker in beeld’. Hieronder is een korte samenvatting van de resultaten omtrent Duitse bezoekers te vinden.
Het internationale dag- en verblijfsbezoek aan Nederland kent een behoorlijke omvang. In een jaar tijd werden vanuit de buurregio’s van Duitsland en België 93,2 miljoen dagbezoeken aan Nederland gebracht. Daarbij betreft het bezoeken in de vrije tijd zonder overnachting. 82 procent van deze bezoekers was afkomstig uit de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. 18 procent van de bezoekers kwam uit Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In totaal waren de oosterburen in de periode van oktober 2021 tot september 2022 goed voor 76,3 miljoen dagbezoeken.
Gedrag van de dagbezoeker
Hoe een dagbezoek eruitziet, is in sterke mate afhankelijk van de afkomst van de dagbezoeker. Duitse en Belgische dagbezoekers combineren vaak verschillende activiteiten zoals winkelen, een stadswandeling of een bezoek aan een stad of dorp. Maar waar Belgen vaak kiezen voor een wandeling in de natuur en veel waarde hechten aan uit eten gaan of een terrasbezoek, kiezen Duitsers juist vaker voor een bezoek aan het strand. De meest bezochte provincies door Duitsers zijn Limburg (18 procent, met name Venlo en Roermond) en Noord-Holland (14 procent, met name het strand en Amsterdam). Het grootste deel van de Duitse dagbezoeken (49 procent) dient een recreatief doel, 40 procent komt om te winkelen, 10 procent gaat op bezoek bij familie of vrienden en voor 1 procent heeft het bezoek een ander doel. In de periode tussen oktober 2021 en september 2022 besteedden Duitse bezoekers in totaal zo’n 8,4 miljard euro tijdens hun dagbezoek aan Nederland.
Duitsland belangrijkste herkomstland verblijfsbezoeken
Van de elf herkomstlanden voor verblijfsbezoeken waarnaar het NBTC onderzoek deed (Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Spanje, Italië, Zweden, Denemarken, Polen, Oostenrijk en de Verenigde Staten), is het aantal Duitse bezoekers het grootst. Bij de verblijfsbezoeken draait het om een bezoek aan Nederland waarbij minstens één nacht in een hotel, pension, bed & breakfast, bungalowpark, camping of groepsaccomodatie wordt doorgebracht. Overnachtingen bij familie en vrienden, op een (eigen) boot of in een tweede huis worden niet meegerekend. Van de in totaal 12,2 miljoen verblijfsbezoeken is 46 procent van de bezoekers uit Duitsland afkomstig. Gemiddeld bleven zij 3,6 nachten in Nederland, aanzienlijk langer dan bijvoorbeeld de Belgen, die met 2,5 nachten op de tweede plaats staan. 33 procent van de Duitsers brengt een verblijfsbezoek aan de provincie Noord-Holland, waarbij 73 procent voor een overnachting in Amsterdam en 4 procent voor een overnachting in Zandvoort kiest. De voornaamste redenen voor Duitsers om een bezoek te brengen aan Nederland zijn een citytrip (31 procent), vakantie aan de kust (24 procent) en een natuurvakantie (12 procent). Ook hier komen de meeste bezoekers uit Noordrijn-Westfalen (31 procent), gevolgd door Baden-Württemberg (11 procent) en Nedersaksen en Beieren (beide 10 procent).
Uit het onderzoek bleek ook dat Duitse dag- en verblijfsbezoekers over het algemeen zeer tevreden zijn na een bezoek aan Nederland: acht op de tien gaf aan nog eens terug te willen keren.
Meer informatie over het onderzoek is te vinden op de website van het NBTC. Het gehele onderzoek is hier te downloaden.