Hij was met z’n ruim 2 meter veel te lang voor de bedrijfsauto die hem ter beschikking werd gesteld. Daarom schafte het Duitse vervoerbedrijf voor auto-onderdelen een speciale wagen voor hem aan. Zó graag wilden ze hem hebben als medewerker. Hans Veldhuis uit Winterswijk werkt alweer twee jaar in Duitsland, als bezorger van auto-onderdelen. ‘Zij zaten te springen om mensen, ik zat te springen om een baan.’ Toegegeven, het werk is niet helemaal wat hij zoekt, de verdiensten niet erg hoog, maar: ‘Alles beter dan thuiszitten. De Duitse kinderbijslag is behoorlijk hoog, dat maakt weer veel goed. En als ik dan met mijn thermoskannetje koffie door de prachtige omgeving toer, ben ik blij dat ik werk heb.’
Hans Veldhuis is één van de niet-zovelen die de sprong naar een Duitse werkgever waagde. Andersom zijn er nog altijd meer Duitsers die in de Nederlandse grensregio werken. Niet zo vreemd, als je weet wat er bij komt kijken om bij de buren aan de slag te gaan. Werk is er genoeg, maar nog steeds zit de regelgeving soms dwars en is het een kwestie van doorzetten om de drempel van de administratieve rompslomp over te komen.
‚Experiment Grens‘
De grensprovincies doen er veel aan om de uitwisseling op gang te houden. In Overijssel is gedeputeerde Eddy van Hijum een voorvechter van werken over de grens. Hij was de eerste die een zogenaamde ‘snuffelstage’ deed bij een Duits bedrijf, een initiatief dat door de EUREGIO in het leven is geroepen. Van Hijum trok de werkkleding aan om bij INOTEC in Heek een paar uur aan de slag te gaan als ‘Heizungsbaumeister’ voor het bedrijf dat gespecialiseerd is in landbouwkundige klimaattechniek. Onder toeziend oog van begeleider ‘Meister’ Christoff nam de gedeputeerde de duimstok en de schroevendraaier ter hand om een stel leidingen te bevestigen in een Duitse varkensstal net buiten het dorp. Alles om zelf te ervaren waar werkgevers en grenswerkers in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen.
Goede intenties
Zelf kan hij er met gemak direct twee werknemers bij gebruiken, maar hij vindt ze niet. Net als Nederland kampt Duitsland met een tekort aan geschoold technisch personeel. Sinds de crisis voorbij is, is de vraag naar personeel groter dan het aanbod, en is ook in de grensregio de spoeling dun. Ondanks dat heeft de Europese commissie onlangs berekend dat grensregio’s 2 tot 8 procent groei en één miljoen banen laat liggen vanwege grensdrempels. Ingewikkelde regelgeving en procedures, loon- en belastingregels, en diploma-erkenning vormen de drempels die zich nog steeds lastig laten opruimen.
‘Aan goede intenties geen gebrek,’ aldus Eddy van Hijum. ‘Zowel de Nederlandse regering als de regeringen van de deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen hebben goede voornemens geuit op het terrein van grensoverschrijdende samenwerking. Maar in de praktijk is het opruimen van grensbarrières taaie kost. Een goed voorbeeld is de wederzijdse erkenning van MBO-diploma’s, waardoor het voor werkzoekenden in de grensstreek makkelijker zou worden om over de grens een baan te vinden.’
Belemmeringen
Desondanks verloopt met name de erkenning van MBO-diploma’s aan Duitse zijde moeizaam.
Een recente studie van Lambert Teerling geeft een scherp inzicht in de oorzaken. Van Hijum: ‘Duitsland heeft gereglementeerde beroepen zoals ouderenverzorger, verpleger, medewerker kinderopvang, waarvoor je met een Nederlands diploma niet zomaar in aanmerking komt. Een diploma gewaardeerd en erkend te krijgen kan ondoorzichtig, kostbaar en tijdrovend zijn. Nederlandse diploma’s worden trouwens vaak ondergewaardeerd omdat ze niet precies voldoen aan de Duitse eisen. Daardoor komen erkenningen niet tot stand of je komt in een lagere functie terecht. Bij technische beroepen zijn de procedurele belemmeringen wel wat minder groot. Maar ook hier willen Duitse werkgevers precies weten waar ze met de Nederlandse diploma’s aan toe zijn.’
Hij pleit voor een verdrag tussen Nederlandse en Duitse deelstaten waarin afspraken gemaakt worden over wederzijdse erkenning. Zodat werknemers niet meer individueel trajecten hoeven te doorlopen om hun diploma’s erkend te krijgen. En voor de aansluiting op Duitse eisen, van de opleidingen Zorg & Welzijn en techniek in de regio’s.
‚De grens in je kop‘
En voor de individuele werknemer op dit moment? ‘Goede informatie is het allerbelangrijkste,’ zegt Sonja Adamsky van het GrensInfoPunt EUREGIO. ‘Als mensen bij ons aankloppen hebben ze de eerste stap al genomen; namelijk nagedacht over werken over de grens. Dan komen de inhoud en de details. Soms helpen kleinigheden, soms is het makkelijker dan je denkt. Laat je goed voorlichten en begeleiden is het devies.‘ ’Dan is er nog ‘de grens’ die vaak in je kop zit,’ zegt Hans Veldhuis. ‘Je denkt dat de strakke hiërarchie in Duitsland een probleem is, en dat wij Nederlanders er maar op los duzen – in de praktijk valt dat wel mee hoor. Een volksaard kent ook geen vastomlijnde grenzen. Wij als Winterswijkers hebben een ingetogen en afwachtend karakter, dat verschilt niet zoveel van de Duitsers in deze streek… Ik heb best lol met ze, veel praten over voetbal -en het wordt nooit venijnig- en Duitse schlagers? Die ken ik beter dan zij!’