“De Rijn Verbindt/Der Rhein Verbindet” is de veelbelovende titel van een Interreg-project waarin tien Nederlandse en Duitse organisaties sinds 2023 samenwerken aan een gezonde, groene en levende Rijn. Bij deze unieke grensoverschrijdende samenwerking gaat het om aanpassing aan de klimaatverandering, biodiversiteit, het terugdringen van plasticvervuiling, de terugkeer van trekvissen en de ontwikkeling van rivierbossen. Uit een recent bericht van Greenpeace blijkt echter dat er nog flink wat werk aan de winkel is om deze doelen te behalen: de Rijn tussen Keulen en Düsseldorf blijkt in toenemende mate door microplastics te worden vervuild. Dit meldt de Neue Ruhrzeitung/Neue Rheinzeitung (NRZ).
Wateronderzoek
Greenpeace vermoedt dat de onlangs ontdekte deeltjes afkomstig zijn van industriële productieprocessen. Volgens de milieubeschermingsorganisatie wordt de Rijn tussen Keulen en Düsseldorf blijkbaar extra vervuild met microplastics door het Chemiepark Dormagen. Metingen wijzen tevens op een toename van de algehele vervuiling in de afgelopen jaren, aldus Greenpeace. De organisatie verwijst in haar rapport naar de resultaten van een tweedaags wateronderzoek. Greenpeace vond naar eigen zeggen gemiddeld 1,1 microplastic deeltjes per kubieke meter water in zes monsters stroomopwaarts van het chemiepark. Stroomafwaarts van het chemiepark waren er tot 1,7 deeltjes per kubieke meter. Met hoge waarschijnlijkheid waren deze deeltjes dus afkomstig van industriële productieprocessen. Op sommige plaatsen was de vervuiling ongeveer twee keer zo hoog als in 2020, toen Greenpeace voor het eerst een rapport publiceerde over de vervuiling door microplastics in de Rijn.
Geen wettelijke monitoring
Vorig jaar hielden de waterpolitie, het Openbaar Ministerie en het parlement van de deelstaat Noordrijn-Westfalen zich al bezig met plastic korrels die aanspoelden op de oevers van de Rijn tussen Keulen en Dormagen. In antwoord op een parlementaire vraag gaf het Ministerie van Milieu destijds toe dat het niet beschikte over de noodzakelijke gestandaardiseerde procedures voor het registreren van microplastics in onderzoeksproeven. Het was daarom niet mogelijk om een vervuiler te identificeren. Naast het monitoren van directe lozingen is er geen wettelijke monitoring van mogelijke microplasticinbreng via het afvalwatertraject, aldus het antwoord van het ministerie.
Filtersystemen
Max Laufer, persvoorlichter van Currenta, een bedrijf gevestigd in het chemiepark, bekritiseerde desgevraagd het gebrek aan gevalideerde en erkende meetmethoden. “In principe staat voor ons één ding vast: we willen de uitstoot van microplastic zo veel mogelijk reduceren, ook al zijn er tot nu toe geen specifieke grenswaarden of wettelijke voorschriften.” Volgens Laufer onderhoudt Currenta hiervoor nauw contact met de bedrijven op het chemiepark en de relevante autoriteiten. In sommige fabrieken wordt afvalwater al behandeld met filtersystemen om microplastics tegen te houden.