Is het einde van de SOKA-BAU nabij?

Is het einde van de SOKA-BAU nabij?

Nederlandse bouwbedrijven die voor de uitvoering van bouwwerkzaamheden werknemers naar Duitsland detacheren, krijgen te maken met de vakantiefondsregeling van SOKA-BAU. De regeling zorgt ervoor dat werknemers in de bouw verzekerd zijn van een vakantievergoeding. SOKA-BAU betaalt aan de werkgevers restituties voor aan werknemers betaalde vakantievergoedingen en keert de werknemers vergoeding- en schadeloosstellingbedragen voor vakantierechten ter hoogte van het in de cao vastgelegde bedrag uit. De SOKA-BAU regeling is onder bouwondernemers gekend en gevreesd. Echter, in september 2016 zijn er wijzigingen in de regeling doorgevoerd. Wat heeft dit voor gevolgen voor Nederlandse bouwbedrijven?

De SOKA-BAU schrijft voor dat werknemers in de bouw recht hebben op een vakantievergoeding. Op dit moment bedraagt de vakantievergoeding 14,5 % van het brutoloon (stand 2016). Dit bedrag moet door de werkgever worden afgedragen. De werkgever krijgt vervolgens een bedrag gerestitueerd als tegemoetkoming van de opgenomen vakantiedagen van de werknemer. In 2015 bedroeg het balanstotaal van de SOKA-BAU maar liefst 7,1 miljard euro.

Vooral voor Nederlandse bouwbedrijven vormden de betalingsverplichtingen aan de SOKA-BAU een extra belasting, omdat ze in Nederland ook al premie moeten afdragen voor het zogenaamde Vakantiefonds. Zij waren vaak onaangenaam verrast door de bedragen die ze in de Duitse bouwsector moeten betalen. Nederlandse bouwbedrijven met gedetacheerde werknemers in Duitsland kregen al snel te maken met immense nabetalingen, inclusief rente en aanmaningskosten.

De macht van de SOKA-BAU in Duitsland leek onaantastbaar. Hoewel? Het tij lijkt te keren.

Wat is er gebeurd?

De taken van SOKA-BAU zijn wettelijk vastgelegd in de door partijen uit de bouwsector afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Deze zijn door het federaal Ministerie voor Werk en Sociale Zaken algemeen bindend verklaard. Vanwege de Duitse Allgemeinverbindlicherklärung (zie § 5 lid 4 Tarifvertragsgesetz) zijn deze cao’s ook van toepassing op werkgevers in de bouw, die niet zijn aangesloten bij een werkgeversorganisatie van een van de collectieve onderhandelingspartijen. Daarom zijn deze cao’s net zo bindend als een wet.

De hoogste rechtbank voor arbeidszaken (BAG) in Duitsland heeft met twee besluiten van 21-09-2016 (10 AZB 33/15 en 10 AZB 48/15) voor het eerst het stelsel waarmee cao’s algemeen bindend worden verklaard, op de schop genomen. Het gaat om het „Verfahrenstarifvertrag über das Sozialkassenverfahren im Baugewerbe“ (collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociaalfondsprocedure in de bouwsector) voor de jaren 2008, 2010 en 2014. Deze algemeen bindende verklaringen (AVEs) voldoen niet aan de eisen van de wettelijke voorschriften van de wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten (TVG). Naar schatting is deze wijziging van invloed op tussen de 70.000 en 2 miljoen dienstbetrekkingen.

De cao‘s zijn niet meer algemeen bindend. Wat nu?

De wijziging heeft betrekking op premies die aan SOKA-BAU zijn betaald tussen oktober 2007 en december 2011 en in heel 2014. De rechtbank gaat op 14-12-2016 een beslissing nemen over de cao’s in de tussenliggende periode (2012 en 2013). Naar verwachting wachten de coa’s uit deze jaren hetzelfde lot, zodat premies die tussen oktober 2007 tot eind 2014 door niet onder de cao vallende bedrijven zijn afgedragen, ten onrechte betaald zouden zijn. De getroffen bedrijven zullen bij SOKA-BAU deze premies willen terugvorderen.

Het is echter onduidelijk hoe men moet omgaan met de verjaring van deze terugvorderingen (geldig sinds hun ontstaan vanaf oktober 2007 of sinds het besluit van de rechtbank in september 2016?). De verjaringstermijn bedraagt in de regel drie jaar. De claims van SOKA-BAU zelf op premies verjaren na vier jaar. Maar deze termijnen gelden pas vanaf de datum dat de claims worden ingediend. Deze zullen pas bekend zijn ten tijde van de beslissing van de rechtbank. Er moet rekening worden gehouden met de absolute verjaringstermijn van 10 jaar vanaf de betaling. Aangezien de premieplicht vanaf oktober 2007 geldt, kan de verjaringstermijn op dit moment nog niet zijn afgelopen.

Karsta DietertOver de auteur

Karsta Dietert is als EU-advocate gespecialiseerd in grensoverschrijdend juridisch advies met betrekking tot Nederland en Duitsland. Ze is partner bij het advocatenkantoor Ziegler, Peters & Partner met vestigingen in Kleve, Mannheim en Berlijn, en mede-oprichter van Euregiolaw, een Nederlands-Duits platform voor juridisch, fiscaal en notarieel advies. Ze werkt samen met KPP Steuerberatungsgesellschaft mbH met vestigingen in Kleve, Emmerich en op Airport Weeze.

 

 

X