Het Grensland als laboratorium: een terugblik op drie succesvolle EuregioLabs

Het Grensland als laboratorium: een terugblik op drie succesvolle EuregioLabs

‘‘In Deutschland gibt es viel mehr Windmühlen. Sie meinen, diese typischen alten holländischen Windmühlen? Nee, van die windturbines om energie op te wekken. Ah, Windkraftanlagen. Ja die bedoel ik, van die hoge die vaak aan de grens worden geplaatst..!’’

Een willekeurige conversatie tussen een Duitse en Nederlandse deelnemer tijdens één van de drie euregionale ontwerpateliers die plaatsvonden in januari en maart van dit jaar. Een conversatie die kenmerkend was voor de sfeer gedurende deze drie co-creatieve bijeenkomsten: een vrije denkruimte waar onbegrip en misverstanden resulteerden in een ‘lerende omgeving’. Een leeromgeving waarin behalve de basis werd gelegd van een toekomstvisie voor de euregio rijn-maas-noord, ook netwerken en nieuwe relaties werden gesmeed.

Een euregionaal toekomstperspectief

De aanleiding voor de grensoverschrijdende, of juist grenzeloze ontwerpateliers, is het structurele gebrek aan grensoverschrijdende kaartbeelden, concepten en visies. De andere zijde die steevast wit blijft. De transnationale realiteit aan de grens vraagt om nieuwe en innovatieve verbeeldingen van het grensland. Ons daily urban system houdt namelijk niet op aan de grens. Mensen wonen, werken, studeren en recreëren aan weerszijden. Een bottom-up ontwikkelde en breed gedragen toekomstperspectief voor een grensoverschrijdende regio ontbreekt vooralsnog. De enkele voorbeelden die bestaan, zijn vaak door ‘’één kant van de grens’’ en top-down op de tekentafel met behulp van adviesbureaus ontworpen.

Bovendien is in de periferie, aan wéérszijden van de grens, sprake van vergelijkbare verschijnselen en opgaven. Weerszijden van de grens hebben namelijk te maken met verschijnselen ten gevolge van geografische processen van voor- en achterkanten van het land. Denk hierbij aan grens-gerelateerde verschijnselen zoals demografische neergang, het ontbreken van natuurverbindingen, grensoverschrijdende externe effecten ten gevolge van het landgebruik (windmolens, kerncentrales), energievraagstukken en een gebrek aan goede transportverbindingen. Veelal worden dit soort ruimtelijk relevante ontwikkelingen met een landinwaartse bril bekeken, en niet met een euregionale bril. Wanneer dit wel gebeurt, levert die euregionale bril een heel ander perspectief op dan wanneer de binnenlandse bril gehanteerd wordt. De brochure ‚de euregio rijn-maas-noord in kaart‘, die is ontworpen in het kader van dit project, is een eerste aanzet voor het structureel in kaart brengen van het euregionale perspectief.

De ateliers vormen een onderdeel van een promotieonderzoek met als doel op een experimentele wijze te onderzoeken of de grens ook als startpunt kan fungeren in het ruimtelijk-regionale domein, en dus niet puur als einde plangebied. Niet alleen door het wegdenk scenario van de grens, maar ook door te kijken hoe grensoverschrijdende mobiliteit vergroot kan worden door het onderscheid tussen beide landen aan te dikken. De grens die het gebied uniek maakt. Juist het verschil in bouwstijl, natuur, cultuur, detailhandel en het landschap maakt de Grenzgänger nieuwsgierig. Wanneer er sprake zou zijn van één homogeen en gladgestreken gebied, zou de trigger om de grens over te gaan juist verdwijnen.

Aan de ateliers hebben meer dan 100 unieke deelnemers deelgenomen. De ‘Euregiografen’, de ontwerpers van de euregio, waren zowel afkomstig uit het bestuurlijk, politiek als ambtelijk domein, evenals uit het onderwijs en bedrijfsleven. Tijdens de ateliers, waar steeds 50% van de deelnemers van Duitse afkomst was en 50% van Nederlandse afkomst, is in verschillende groepen gesproken en gediscussieerd over actuele ontwikkelingen en zijn daarnaast ruimtelijk relevante ideeën bedacht voor het grensland van grofweg Noord- en Midden-Limburg en het Duitse Niederrhein gebied. Ideeën die variëren van de herinrichting van het bruinkoolafgravingengebied nabij Mönchengladbach over enkele decennia tot een sluitend fietssnelwegennet tussen Venlo, Roermond, Mönchengladbach en Krefeld.

Vooruitblik

De bevindingen tijdens de ateliers worden in de komende maanden verder uitgewerkt tot een euregionale toekomstvisie, die naar verwachting eind 2017 wordt gelanceerd. Een visie zonder juridische status en zonder enige implementatieverplichting. Maar wel een visie die van onderuit tot stand is gekomen en dus mag rekenen op enig commitment vanuit de regio. Een visie met enkele ruimtelijke structuurschetsen die moeten motiveren en inspireren. Een visie die een blik werpt op de toekomst, maar wel met enige realiteitszin door voort te bouwen op bestaande visies en ontwikkelingen, zoals plannen van lokale, regionale en nationale overheden. Een visie met bijbehorende methode die mogelijk kan dienen als voorbeeld voor andere Europese regio’s.

Meer informatie? Neem dan contact op met v.pijnenburg@fontys.nl

X