De loonkosten in Duitsland stegen weer verder in 2018. In de particuliere sector betaalden de werkgevers 32 procent meer dan het EU-gemiddelde. De situatie in Nederland is vergelijkbaar. Dat meldt de Duits-Nederlandse Handelskamer (DNHK). De loonkosten bij particuliere bedrijven in Duitsland bedroegen 35 euro per uur. Dit is een gemiddelde waarde die het Federaal Bureau voor de Statistiek (Destatis) heeft berekend voor 2018. Destatis vergeleek ook de cijfers van de andere 27 EU-staten. Resultaat: In de Europese Unie kost één arbeidsuur gemiddeld 26,60 euro.
Duitsland op zesde plaats van landen met hoge loonkosten
Duitsland is in dit verband niet het duurste arbeidsland voor bedrijven, maar staat in de Destatis-enquête op de zesde plaats. De hoogste loonkosten (brutoloon plus indirecte loonkosten) bedroegen in Denemarken 44,70 euro per uur, vóór Luxemburg (40,30 euro) en België (40 euro). Nederland stond met 34,70 euro op de achtste plaats.
Industriële bedrijven betalen bijna vijftig procent meer dan het EU-gemiddelde
Als je alleen kijkt naar de industrie, zijn de loonkosten aanzienlijk hoger. In deze sector betalen werkgevers in Duitsland 40 euro, bijna 50 procent meer dan het EU-gemiddelde (27 euro), terwijl dat in Nederland 43 procent is. Dit brengt beide landen op respectievelijk de vierde en vijfde plaats, na Denemarken (45,20 euro), België (42,60 euro) en Zweden (40,70 euro).
Voor particuliere dienstverleners zijn de arbeidskosten zijn aanzienlijk lager. Volgens de statistieken bedraagt het EU-gemiddelde 26,50 euro. In Duitsland betalen werkgevers in deze sector 32,40 euro per uur aan loonkosten (negende plaats), in Nederland 34,20 euro (zesde plaats). In de top drie staan Denemarken (44,80 euro), Luxemburg (44,10 euro) en België (39,20 euro).
Indirecte loonkosten niet de oorzaak van hoge loonkosten
De bovengemiddelde loonkosten in Duitsland en Nederland zijn overigens niet toe te schrijven aan de indirecte loonkosten. In Nederland bedragen deze gemiddeld 30 euro, precies in lijn met het EU-gemiddelde, en in Duitsland liggen ze met 27 euro onder dit gemiddelde. Dit brengt beide landen op respectievelijk de 12e en 14e plaats op de ranglijst. De hoogste indirecte loonkosten in de EU liggen in Zweden (48 euro), Frankrijk (45 euro) en Litouwen (43 euro).