Inflatiecompensatie in Duitsland: waar op te letten?

Inflatiecompensatie in Duitsland: waar op te letten?

De Duitse regering heeft in verband met de stijgende inflatie bepaald dat over inflatiecompensatie-uitkeringen geen belasting of sociale premies hoeven te worden geheven. Wat dit in de praktijk betekent, leggen Thomas Dillmann LL.M. en Katharina Neuroth LL.M., ‘Rechtsanwalt’ en ‘Rechtsanwältin’ bij het Duitse advocatenkantoor ALPMANN FRÖHLICH, uit in dit blog.

Katharina Neuroth LL.M. Foto (c) ALPMANN FRÖHLICH

In verband met de wereldwijd stijgende prijzen, met name voor energie, is in Duitsland op 1 oktober 2022 een wet in werking getreden die het btw-tarief op gasleveringen tijdelijk verlaagt. Deze verlaging voorziet onder meer in een zogenoemde bonus voor inflatiecompensatie. Volgens deze wet kunnen bedrijven hun medewerkers onder bepaalde voorwaarden vrijwillig een bedrag van 3.000 euro toekennen, waarover geen belasting en sociale premies hoeven te worden betaald. Deze inflatiecompensatie mag in één keer worden uitgekeerd, of verdeeld over meerdere maanden tot uiterlijk 31 december 2024. De compensatie is een aanvulling op het salaris en kan als bonus of in natura (tanktegoed, voordeelprogramma’s etc.) worden uitgekeerd.

Bonus op vrijwillige basis

Thomas Dillmann LL.M. Foto (c) ALPMANN FRÖHLICH

Werkgevers zijn niet verplicht om deze bonus uit te keren aan hun medewerkers. Daarnaast mogen zij zelf beslissen welk bedrag zij aan welke werknemers uitkeren. Indien zij ervoor kiezen een dergelijke inflatiebonus uit te keren, gelden de volgende voorwaarden:

  • Geen ‘inruil’ voor andere beloningen: het bedrag moet bovenop het salaris worden uitgekeerd. Een verrekening of ‘herbestemming’ ten opzichte van andere reeds bestaande beloningsaanspraken is niet toegestaan. Het is eventueel wel mogelijk om de inflatiecompensatie uit te keren in plaats van een andere vrijwillige uitkering, zoals de kerstbonus. Wel moet daarbij nauwkeurig worden bekeken of het in dit geval daadwerkelijk om een vrijwillige uitkering gaat. Indien de kerstbonus bijvoorbeeld jaarlijks wordt uitgekeerd, kan de werknemer hier al recht op hebben en is er dus geen sprake meer van een vrijwillige uitkering. Werkgevers die zich hier niet aan houden, moeten mogelijk twee keer meer inflatiecompensatie betalen en kunnen bovendien te maken krijgen met een naheffing.
  • Beginsel van gelijke behandeling: werkgevers mogen bij het toekennen van voordelen aan werknemers niemand om willekeurige redenen slechter behandelen dan andere vergelijkbare werknemers. Dit geldt ook bij de inflatiecompensatie. Omdat de betaling vrijwillig gebeurt, kan wel op basis van objectieve redenen worden besloten om de compensatie wel of niet uit te keren. Er mag bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt op basis van salaris: werknemers met een lager salaris kunnen dan bijvoorbeeld een hogere bonus ontvangen dan medewerkers met een hoger salaris. Indien het beginsel van gelijke behandeling wordt geschonden, kunnen de ten onrechte van de compensatie uitgesloten medewerkers hier alsnog aanspraak op maken, waarna hun compensatie naar boven kan worden aangepast.

Gewoonterecht

Indien een vrijwillige bonus herhaaldelijk door de werkgever wordt toegekend, kan dit volgens de rechtspraak tot gevolg hebben dat de werknemer een (blijvend) recht op die bonus heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor de eerder genoemde kerstbonus. In Duitsland wordt dit principe ‘betriebliche Übung’ genoemd, oftewel gewoonterecht. Het is daarom raadzaam voor werkgevers om een schriftelijke overeenkomst over de betaling van de compensatie te sluiten met hun werknemers. In deze overeenkomst moet de reden voor de betaling worden vermeld en moet het eenmalige en vrijwillige karakter worden benadrukt. Ook op de salarisstrook moet de juiste term ‘Inflationsausgleichsprämie’ worden gebruikt.

Regels voor werkgevers

Kort samengevat dienen werkgevers dus met de volgende punten rekening te houden:

  1. Vermeld het doel van de betaling
  2. Benadruk het vrijwillige karakter van de betaling
  3. Geef het salaris en de bonus afzonderlijk aan op de loonstrook
  4. Maak alleen op basis van objectieve redenen onderscheid tussen groepen werknemers
  5. Overleg met de ondernemingsraad. Deze heeft medezeggenschap in het bepalen van de criteria voor de verdeling van de inflatiecompensatie (zie § 87, lid 1, punt 10, van het ‘Betriebsverfassungsgesetz’, de wet op ondernemingsraden).
X